Rev 16 28 (NL)
en elke dag op hetzelfde tijdstip herhaald.
Bij elke tussenliggende invoer wordt deze starttijd gereset.
6
6
.
.
3
3
A
A
C
C
C
C
U
U
Accu is volledig opgeladen.
Resterende accucapaciteit van ongeveer 30%.
6
6
.
.
4
4
T
T
I
I
J
J
D
D
S
S
V
V
O
O
O
O
R
R
K
K
E
E
U
U
Z
Z
E
E
De robot herhaalt de maaicyclus, weergegeven in uren door LED, dagelijks op het moment
dat u op de en knoppen drukt.
Onder deze tijd wordt verstaan Onderbreek het maaien in het basisstation om de accu op te
laden.
U kunt het tijdprogramma wijzigen na het ontgrendelen van het bedieningspaneel
( ).
De fabrieksinstelling van 4 uur per dag is over het algemeen voldoende voor oppervlakken
tot 500 m².
Verhoog het tijdprogramma als u de bewerking handmatig hebt onderbroken of als u een
hogere prestatie wilt bereiken.
Ontgrendel hiervoor het bedieningspaneel zoals beschreven in 6.1
BEDIENINGSPANEEL.
Selecteer het gewenste tijdsinterval met door deze toets meerdere malen achter el-
kaar in te drukken totdat de LED de gewenste tijd heeft bereikt. Zodra u op de en
toetsen drukt, wordt het nieuwe tijdsinterval teruggespoeld.
Bij elke "OK"-invoer wordt in de tussentijd de starttijd voor de gese-
lecteerde bedrijfstijd gereset.
Als de stroomtoevoer wordt onderbroken terwijl de robot in het ba-
sisstation staat, wordt de vooraf ingestelde bedrijfstijd geteld vanaf
het moment dat de stroom weer wordt hersteld.
6
6
.
.
5
5
M
M
A
A
A
A
I
I
E
E
N
N
I
I
N
N
D
D
E
E
R
R
E
E
G
G
E
E
N
N
De robotmaaier is uitgerust met een regensensor en er kan worden voorkomen dat de ro-
bot maait in de regen. De robot keert met de standaard fabrieksinstellingen terug naar het
laadstation als er regen wordt gedetecteerd. Daarna wordt de robot volledig opgeladen.
Op modellen met een Bluetooth-module kan deze instelling worden gewijzigd met behulp