28
5) Programmeringen
Niveau N° 1 = 5 Km/h
Niveau N° 2 = 10 Km/h
Niveau N° 3 = 15 Km/h
Niveau N° 4 = 30 Km/h
Niveau N° 5 = 45 Km/h
Tabel “B1” WINDniveaus
Niveau N° 1 = 2 KLux
Niveau N° 2 = 5 KLux
Niveau N° 3 = 10 KLux
Niveau N° 4 = 20 KLux
Niveau N° 5 = 40 KLux
Niveau N° 6 = Huidige waarde KLux
Niveau N° 7 = Uitsluiting
Opmerking: Bij de programmering van niveau 6 van de ZON sensor, wordt
de op dat moment gemeten lichtsterktewaarde in het geheugen opgeslagen.
Tabel “B2” ZONniveaus
1. Druk op het knopje en laat het weer los. Bij het loslaten gaat de Led branden en blijft
branden met ROOD licht, ten teken dat WIND in programmeerfase is.
2. Wacht totdat u een Beeptoon hoort.
3. Druk binnen 4 seconden 1 tot 5 keer, afhankelijk van het gekozen niveau, op het X1 = 5 Km/h
knopje en laat het weer los (zie Tabel B1). X2 = 10 Km/h
X3 = 15 Km/h
X4 = 30 Km/h
X5 = 45 Km/h
4. Na enkele ogennblikken hoort u een aantal Beeptonen, gelijk aan het ingestelde WIND niveau X1 = 5 Km/h
begeleid door ROOD knipperlicht. Daarna blijft de LED met ROOD licht branden. X2 = 10 Km/h
X3 = 15 Km/h
X4 = 30 Km/h
X5 = 45 Km/h
5. Druk binnen 4 seconden 1 keer op het knopje
ter bevestiging, u hoort drie lange Beeptonen en de Led gaat uit.
Opmerking 1 Indien er om welke reden ook een fout begaan wordt in de programmering, hoort u na enkele
!!!
ogenblikken een reeks korte Beeptonen en knipperlichten.
Opmerking 2 Aan het einde van de programmering worden de ingestelde niveaus aangegeven met lichtsignalen,
met ROOD licht dat evenveel keren knippert als het ingestelde WIND niveau is, met GROEN licht
voor de ingestelde ZONlichtsterkte.
Tabel “C1” Inwerkingstredingsniveau “WIND” beveiliging veranderen. (Afb. 8) Voorbeeld
Indien de inwerkingtredingsniveaus van de ZON- of WINDsensoren niet geschikt zijn voor de toepassing, kunnen deze naar eigen behoefte gewijzigd
worden (afmetingen zonnescherm, positie, weersomstandigheden). De inwerkingtredingsniveaus van de ZON- en WIND sensoren kunnen afzonder-
lijk gewijzigd worden via het knopje ( ), waarbij u kunt kiezen tussen 5 WIND niveaus en 6 ZON niveaus, zoals aangegeven in Tabel B1 en B2.
Volg de aanwijzingen van Tabel C1 en C2 om de inwerkingtredingsniveaus te veranderen.
1. Druk twee keer op het knopje en laat het weer los. Bij het loslaten gaat de Led branden
en blijft mmet GROEN licht branden, ten teken dat ze in de ZON programmeerfase zijn.
2. Wacht tot u een Beeptoon hoort
3. Druk binnen 4 seconden 1 tot 7 keer op het knopje, afhankelijk van gekozen niveau X1 = 2 KLux
(zie Tabel B2). X2 = 5 KLux
X3 = 10 KLux
X4 = 20 KLux
X5 = 40 KLux
X6 = Auto
X7 = Uitsluiting
4. Na enkele ogenblikken hoort u een aantal Beeptonen begeleid door GROEN knipperlichten, X1 = 2 KLux
evenveel keren als het ingestelde ZON niveau. De Led blijft vervolgens met GROEN licht branden. X2 = 5 KLux
X3 = 10 KLux
X4 = 20 KLux
X5 = 40 KLux
X6 = Auto
X7 = Uitsluiting
5. Druk binnen 4 seconden 1 keer op het knopje
ter bevestiging. U hoort drie lange Beeptonen en de Led gaat uit.
Opmerking 1 Indien er om welke reden ook een fout begaan wordt in de programmering, hoort u na enkele
ogenblikken een reeks korte Beeptonen en knipperlichten
!!!
Opmerking 2 Aan het einde van de programmering worden de ingestelde niveaus aangegeven met lichtsignalen,
met ROOD licht dat evenveel keren knippert als het ingestelde WIND niveau is, met GROEN licht
voor de ingestelde ZONlichtsterkte. (7 maal knipperen wijst op uitsluiting)
Tabel “C2” Wijzigen of uitsluiten het niveau van inwerkingtreding van “zon” (Afb. 9) Voorbeeld