© OMRON Corporation 2022 Alle rechten voorbehouden.
Veiligheidscontrollers van de NX-reeks
Veiligheid-CPU-units
Veiligheidsingangsunits
Veiligheidsuitgangsunits
Definitie van voorzorgsinformatie
Wijst op een mogelijk gevaarlijke
situatie die kan leiden tot
overlijden of ernstig letsel als
deze niet wordt vermeden.
Bovendien kan er ernstige
materiële schade ontstaan.
Wijst op een mogelijk gevaarlijke
situatie die kan leiden tot licht of
matig letsel, of materiële schade,
als deze niet wordt vermeden.
Hartelijk dank voor het aanschaffen van een veiligheidscontroller van de NX-reeks.
Dit product is de controller die wordt gebruikt voor veiligheidsbediening van de machine.
Alleen gekwalificeerde personen die opgeleid zijn op het gebied van professionele
elektrische procedures mogen toestemming krijgen om een veiligheidscontroller
van de NX-reeks te hanteren.
Lees dit document, de Veiligheidswaarschuwingen voor de NX-reeks en de
handleidingen voor alle andere units in de controller, en zorg dat u alle inhoud
goed begrepen heeft, zodat u de controller veilig kunt gebruiken.
Neem contact op met uw vertegenwoordiger van OMRON en zorg ervoor dat u de
meest recente versie van elke handleiding heeft.
Bewaar dit document, de Veiligheidswaarschuwingen voor de NX-reeks en alle
bijbehorende handleidingen op een veilige plaats. Zorg er ook voor dat deze
worden overhandigd aan de eindgebruiker van de controller.
Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
EtherCAT
®
is een gedeponeerd handelsmerk en gepatenteerde technologie onder
licentie van Beckhoff Automation GmbH, Duitsland.
Instructies in de officiële talen van de EU en een ondertekende EU-conformiteitsverklaring in
het Engels zijn beschikbaar op onze website op http://www.ia.omron.com/support/models/.
Handelsmerken
OMRON verklaart dat veiligheidscontrollers van de NX-reeks voldoen aan de
eisen van de volgende EU-richtlijnen en de VK-wetgeving:
EU: Richtlijn 2014/30/EU inzake elektromagnetische compatibiliteit,
Richtlijn 2006/42/EG betreffende machines, RoHS-richtlijn 2011/65/EU
VK: 2016 nr. 1091 EMC, 2008 nr. 1597 Machines (machineveiligheid),
2012 nr. 3032 RoHS
Conformiteitsverklaring
De veiligheidscontrollers van de NX-reeks zijn ontworpen en gefabriceerd in
overeenstemming met de volgende normen:
• EN ISO13849-1: 2015 PLe/veiligheidscategorie 4
• IEC/EN 62061 SIL CL3
Veiligheidsnormen
Laat de unit niet vallen en stel deze niet bloot aan buitengewone trillingen of
schokken. Dat kan storing van de unit of brand tot gevolg hebben.
Gebruik de speciale verpakkingsdoos als een unit moet worden vervoerd. Stel de
unit ook tijdens transport niet bloot aan buitengewone trillingen of schokken.
Gebruik de I/O-voedingscapaciteit binnen het bereik dat in de specificaties van de
unit wordt vermeld.
Let er bij het bedraden of het installeren van de units op dat er geen metalen
deeltjes in de units terechtkomen.
Als u een unit vervangt, stel deze dan pas in bedrijf nadat u de instellingen en
variabelen die voor de werking ervan vereist zijn, naar de nieuwe unit heeft overgezet.
Zorg voor een geschikte voedingscapaciteit in overeenstemming met de referentiehandleidingen.
Gebruik de voedingsspanning die in de gerelateerde handleidingen wordt vermeld.
Zet de voeding naar de units altijd uit voordat u een van de volgende dingen doet.
• De units monteren of verwijderen
• De units assembleren
• DIP-schakelaars of draaischakelaars instellen
• Kabels aansluiten of bedrading van het systeem aanleggen
•
Connectoren aansluiten of ontkoppelen, of aansluitingenblokken verwijderen of bevestigen
Het is mogelijk dat de voedingsunit nog enkele seconden stroom levert aan de rest
van units nadat de voeding uitgeschakeld is. Tijdens die periode brandt de
PWR-indicator. Vergewis u ervan dat de PWR-indicator niet brandt voordat u een
van de bovenstaande handelingen uitvoert.
Zorg dat de bereiken in de specificaties voor de communicatieafstand en het
aantal aangesloten units niet worden overschreden.
Controleer eerst de montageplaats nauwkeurig voordat u aansluitingenblokken en
connectoren monteert. Zorg ervoor dat de aansluitingenblokken, uitbreidingskabels
en andere items met een vergrendelmechanisme juist op hun plaats vergrendeld zijn.
Pas op geen enkele ingangsunit een spanning toe die de nominale waarde overschrijdt.
Controleer alle bedrading en schakelaarinstellingen twee keer om zeker te zijn dat
ze juist zijn voordat de voeding wordt ingeschakeld.
Controleer alle bedrading twee keer voordat de voeding wordt ingeschakeld. Gebruik
voor de bedrading van het systeem de juiste bedradingsonderdelen en gereedschappen.
Waarschuwingen voor veilig gebruik
Veiligheidswaarschuwingen
Er kan ernstig letsel ontstaan als vereiste veiligheids-
functies verloren gaan.
•
Gebruik apparatuur en onderdelen die voldoen aan de
van toepassing zijnde normen voor de vereiste
veiligheidsniveaus en veiligheidscategorieën voor alle
veiligheidsfuncties.
•
Leg de veiligheidsingangs- en -uitgangsleidingen zo aan
dat deze niet in aanraking komen met andere leidingen.
• Voer gebruikerstesten uit en controleer of alle
configuratiegegevens en de werking van de
veiligheidscontroller correct zijn voordat het systeem
in gebruik wordt genomen.
• Gebruik de indicatoren op de veiligheidscontroller niet
voor veiligheidsbediening.
•
Leg de bedrading van de veiligheidscontroller correct aan
zodat 24 V DC-leidingen niet per ongeluk of onbedoeld in
aanraking kunnen komen met uitgangsleidingen.
• Leg de veiligheidsuitgangsleidingen en 24 V DC-lei-
dingen zo aan dat aardfouten er niet voor zullen
zorgen dat belastingen worden aangezet.
•
Als een veiligheidscontroller wordt vervangen, doe dan
het volgende: controleer of het model van de unit juist is;
controleer of de montagepositie van de unit en het
aansluitingenblok juist is; configureer de vervangingsunit
op geschikte wijze; en controleer of de unit juist werkt.
Zet de voeding niet uit terwijl er gegevens worden overgezet.
Volg de instructies in de handleidingen om de installatie en de bedrading juist uit te
voeren.
Gebruik of bewaar de units niet op de volgende locaties. Dat kan leiden tot storing,
bedrijfsonderbreking of brand.
• Locaties die blootstaan aan direct zonlicht
• Locaties waar de temperatuur of de vochtigheid het in de specificaties vermelde
bereik kunnen overschrijden
•
Locaties waar condensatie kan optreden als gevolg van grote temperatuurveranderingen
• Locaties waar corrosieve of ontvlambare gassen kunnen voorkomen
• Locaties die blootstaan aan stof (in het bijzonder ijzerpoeder) of zouten
• Locaties die blootstaan aan water, olie of chemische stoffen
• Locaties die blootstaan aan schokken of trillingen
• Locaties die blootstaan aan statische elektriciteit
Neem geschikte en voldoende tegenmaatregelen als de controller op de volgende
locaties wordt geïnstalleerd.
• Locaties die blootstaan aan sterke ruis met een hoge frequentie
• Locaties die blootstaan aan statische elektriciteit of andere vormen van ruis
• Locaties die blootstaan aan sterke elektromagnetische velden
• Locaties waar radioactiviteit kan voorkomen
• Locaties dicht bij voedingslijnen
Raak, voordat u een unit aanraakt, eerst een geaard metalen voorwerp aan om
eventuele statische lading kwijt te raken.
Gebruik de nominale voedingsspanning voor de units die voeding leveren. Neem op
plaatsen waar de voeding niet stabiel is, geschikte maatregelen om ervoor te zorgen dat
de voorgeschreven voeding met de nominale spanning en frequentie wordt geleverd.
Periodieke inspectie en onderhoud
• De veiligheidscontroller mag niet worden gedemonteerd, gerepareerd of
omgebouwd. Hierdoor kunnen veiligheidsfuncties verloren gaan.
Verwijdering
•
Let op dat u zichzelf geen letsel toebrengt bij het ontmantelen van de veiligheidscontroller.
Waarschuwingen voor correct gebruik
Veiligheidswaarschuwingen
Deze producten voldoen aan de EU-richtlijnen als ze worden ingebouwd in een
PLC-systeem of een controller voor machineautomatisering. Leef de volgende
voorzorgsmaatregelen na en volg de installatiemethoden die in dit document worden
vermeld om voor naleving van de EU-richtlijnen te zorgen.
• De controller moet binnen in een metalen regelkast worden geïnstalleerd.
•
U moet de DC-voeding gebruiken die is aangesloten op units die DC-voeding leveren.
(a) Het secundaire circuit van de DC-voeding moet van het primaire circuit
geïsoleerd zijn door dubbele isolatie of versterkte isolatie.
(b) De houdtijd van de uitgang moet 20 ms of langer zijn.
(c) De DC-voedingsbron moet een SELV-voedingsbron zijn die voldoet aan de
eisen van EN 62368-1 en EN 61558-2-16.
• Gebruik voor de voeding niet een kabel die langer is dan 3 m.
Raadpleeg ook de betreffende handleidingen.
Dit is een product van klasse A (voor een industriële omgeving). In een woonomge-
ving kan het radio-interferentie veroorzaken. In dat geval kan het nodig zijn dat de
gebruiker geschikte maatregelen neemt.
Overeenstemming met EU-richtlijnen
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING
Controleer of de ruimte rondom het systeem veilig is
voordat u de bedrijfsmodus wijzigt, huidige waarden wijzigt
of een geforceerde vernieuwing uitvoert. Anders kunnen de
uitgangen in werking treden en ernstig letsel veroorzaken.
Controleer altijd de veiligheidssituatie op de bestem-
ming voordat u informatie, parameters, instelwaarden of
andere gegevens voor configuratie van de unit overzet
vanuit Sysmac Studio of andere ondersteunende
software. Ongeacht de bedrijfsmodus van de CPU-unit
is het mogelijk dat de apparaten of machines
onverwacht werken.
Zorg ervoor dat de spanningen en stroomsterkten die
naar de units en de slaves worden ingevoerd, binnen
de voorgeschreven bereiken vallen. Als spanningen of
stroomsterkten buiten de voorgeschreven bereiken
worden ingevoerd, kunnen de units of slaves worden
beschadigd of kan er brand ontstaan.
Veiligheidsingangen
4 punten
Item
Opgenomen
vermogen unit
Aangesloten op een CPU-unit
of een communicatiecontroller
1,10 W max.
Aangesloten op een
communicatiekoppelunit
0,70 W max.
8 punten
Testuitgangen 2 punten
2 punten
Gewicht 70 g max.
70 g max.
Stroomverbruik
van I/O-voeding
20 mA max. 20 mA max.
Aangesloten op een CPU-unit
of een communicatiecontroller
1,10 W max.
Aangesloten op een
communicatiekoppelunit
0,75 W max.
Hieronder worden de omgevings- en I/O-specificaties van veiligheidscontrollers van
de NX-reeks gegeven.
*1. De valversnelling is G = 9,8 m/s
2
.
Specificaties
Hieronder ziet u een afbeelding van de veiligheidscontroller van de NX-reeks.
Controleer de naam en de functie van elk onderdeel.
Namen en functies van onderdelen
*1. (G) tot (H) zijn niet aanwezig voor de NX-SL3300/SL3500.
Voedingsspanning unit
24 V DC (20,4 tot 28,8 V DC, geleverd via NX-bus)
Item Specificatie
I/O-voedingsspanning
24 V DC (20,4 tot 28,8 V DC, geleverd via NX-bus)
Isolatieklasse KLASSE III (SELV)
Overspanningscategorie Categorie II: Voldoet aan IEC 61010-2-201
Ruisimmuniteit Voldoet aan IEC 61131-2
Trilvastheid 5 tot 8,4 Hz: 3,5 mm, 8,4 tot 150 Hz: 9,8 m/s
2
*1
Schokvastheid 147 m/s
2
*1: 11 ms
Installatiemethode DIN-rail (IEC 60715 TH35-7.5/TH35-15)
Omgevingstemperatuur tijdens bedrijf
0 tot 55°C
Omgevingsvochtigheid tijdens bedrijf
10% tot 95% (zonder condensatie of ijsvorming)
Omgevingstemperatuur voor opslag
-25 tot 70°C (zonder condensatie of ijsvorming)
Atmosfeer Moet vrij zijn van corrosieve gassen.
Veiligheidsuitgangen
2 punten
Item
Opgenomen
vermogen unit
Aangesloten op een CPU-unit
of een communicatiecontroller
1,05 W max.
Aangesloten op een
communicatiekoppelunit
0,70 W max.
4 punten
Gewicht 65 g max. 65 g max.
Stroomverbruik
van I/O-voeding
40 mA max. 60 mA max.
Aangesloten op een CPU-unit
of een communicatiecontroller
1,10 W max.
Aangesloten op een
communicatiekoppelunit
0,75 W max.
Gewicht 75 g max.
Item
Opgenomen
vermogen unit
Aangesloten op een CPU-unit
1,25 W max.
Aangesloten op een
communicatiekoppelunit
0,90 W max.
130 g max.
3,35 W max.
(1) Specificaties van veiligheidsingang
Type ingang Sinking ingangen (PNP)
Item
Sinking ingangen (PNP)
Nominale ingangsspanning
24 V DC (20,4 tot 28,8 V DC) 24 V DC (20,4 tot 28,8 V DC)
Ingangsstroom 4,5 mA typisch
3,0 mA typisch
AAN-spanning 11 V DC min.
15 V DC min.
UIT-spanning 5 V DC max. 5 V DC max.
UIT-stroom 1 mA max. 1 mA max.
(2) Testuitgangen
(1) Specificaties van veiligheidsuitgang
Type uitgang Sourcing uitgangen (PNP)
Item
Nominale
uitgangsstroom
2,0 A max./punt
4,0 A max./unit bij 40°C
2,5 A max./unit bij 55°C
De maximale belastings-
stroom is afhankelijk van de
installatierichting en de
omgevingstemperatuur.
Sourcing uitgangen (PNP)
UIT-restspanning
2 V max. 2 V max.
0,1 mA max. 0,1 mA max.
AAN-restspanning
1,2 V max. 1,2 V max.
0,5 A max./punt en 2,0 A
max./unit
Type uitgang Sourcing uitgangen (PNP)
Item
Sourcing uitgangen (PNP)
Nominale uitgangsstroom
25 mA max. 50 mA max.
AAN-restspanning
1,2 V max. 1,2 V max.
Lekstroom 0,1 mA max. 0,1 mA max.
Bevestigingslocatie
voor markering
Letter
Naam
De locaties waar markeringen worden bevestigd. De
door OMRON gemaakte markeringen worden voor de
fabrieksinstelling geïnstalleerd. Het is ook mogelijk in
de handel verkrijgbare markeringen aan te brengen.
Uitsteeksels voor
verwijderen van de unit
De uitsteeksels om vast te nemen bij het
verwijderen van de unit.
Montagehaak voor DIN-rail
Deze haak wordt gebruikt om de NX-unit op een DIN-rail te monteren.
Haakgeleiders van unit
Deze geleiders worden gebruikt om twee units te verbinden.
Indicatoren
De indicatoren geven de huidige bedrijfsstatus en
de voedingsstatus van de veiligheid-CPU-unit aan.
Zie (2) Indicatoren.
Serviceschakelaar
Deze schakelaar wordt gebruikt voor het starten
van verscheidene functies. *1
DIP-schakelaar
Deze schakelaar wordt gebruikt voor het herstellen van de
veiligheidsunit en de logfunctie voor veiligheidsgegevens. *1
Specificaties van de unit
Hier worden de specificaties van de veiligheid-CPU-unit vermeld.
NX-busconnector Dit is de busconnector van de NX-reeks.
Functie
Lekstroom
(2) Indicatoren
Wit
Zeven-
segmen-
tendisplay
Kleur
Indicator
Het zevensegmentendisplay met twee cijfers
geeft gedetailleerde informatie aan over de
veiligheid-CPU-unit.
Groen
De unit werkt normaal.
Rood
Status
Brandt.
Bezig met initialiseren (van wanneer de voeding
wordt aangezet tot de modus UITVOEREN of
PROGRAMMA wordt geactiveerd), of er worden
gegevens over I/O-toewijzingsinformatie
gedownload van Sysmac Studio.
Knippert
(met intervallen
van 1 sec.)
Er is een communicatiefout van de NX-bus, een
gegevensfout van I/O-toewijzingsinformatie of
een andere herstelbare kleine fout opgetreden
die met de NX-bus te maken heeft.
Brandt niet. • Er is geen voeding voor de unit
• De unit wordt opnieuw gestart
• Wachten tot initialisatie start
Groen
NS
(net-
werkstatus)
*1
Brandt De CIP Safety-verbindingen zijn gemaakt.
Knippert
(met intervallen
van 1 sec.)
Rood
De CIP Safety-verbindingen zijn niet gemaakt.
Knippert
(met intervallen
van 1 sec.)
Er is een CIP Safety-communicatiefout
opgetreden.
Brandt niet
De CIP Safety-communicatie is niet uitgevoerd.
Knippert
(met intervallen
van 2 sec.)
Brandt. Er is een hardwarefout, WDT-fout of andere
kritieke fout opgetreden.
Beschrijving
Veiligheid-CPU-unit
Veiligheidsingangsunit
Veiligheidsuitgangsunit
Veiligheidscontroller
(1) Namen van onderdelen
Vervolg op de achterzijde
INSTRUCTIEHANDLEIDING
NL
OMRON Corporation
5706238-4B
A급 기기(업무용 방송통신기자재) 이 기기는 업무용(A급) 전자파적합기기로서
판매자 또는 사용자는 이 점을 주의하시기 바라며,가정외의 지역에서 사용하는 것을
목적으로 합니다.
NX-SL3300/SL3500 NX-SL5500/SL5700
NX-SIH400 NX-SID800
NX-SIH400 NX-SID800
NX-SIH400 NX-SID800
NX-SOH200 NX-SOD400
NX-SOH200 NX-SOD400
(D)
(D)
(E)
(C)
(I)
(F)
(E)
(A)
(G)
(H)
(C)
(C)
(B)
(E)
(B)
(B)
(G)
(H)
(E)
(A)
(B)
(C)
(E)
(F)
(G)
(H)
(I)
(D)
NX-SL3300/SL3500/SL5500/SL5700
―
―
―
TS
NX-SL
NX-SID/SIH
NX-SOD/SOH