1. Trechter
2. Indicator
DE REGENMETER OPSTELLEN
De regenmeter vangt neerslag op en meet de
neerslaggegevens over een bepaalde periode. De sensor
verzendt de gegevens draadloos naar het basisstation.
Plaats het basisstation en de regenmeter binnen bereik
van elkaar: ongeveer 100 (328 voet) meter in open
ruimte.
De regenmeter moet horizontaal geplaats worden op
ongeveer 1 meter (3 voet) van de grond, op een open
plek, uit de buurt van bomen en andere obstructies, zodat
de neerslag op een natuurlijke manier opgevangen kan
worden en de gegevens accuraat zijn.
Om de Regenmeter in te stellen:
1. Verwijder de schroeven en schuif de klep naar boven.
2. Plaats de batterijen (2 x UM-3 / AA), zodat de polariteit
(+ / - ) klopt. Druk altijd op RESET nadat u de batterijen
vervangen heeft.
3. Verwijder de tape.
Om te zorgen dat de ondergrond horizontaal is:
Laat wat waterdruppels op het kruisje onderaan
de trechter vallen om te kijken of de meter precies
horizontaal staat.