ECP 202 EXPERT – Parameters Abstract
Modificeren menu “Gebruikers niveau”
Modificeren menu “Installateursniveau”
LIJST MET NIVEAU 1 VARIABELEN (Gebruikersniveau)
Temperatuur differentie vergeleken met het SETPOINT
Ontdooi interval (Uur)
indien d0 = 0 cyclische ontdooiing Uit
Ontdooiing setpoint
Ontdooiing wordt niet uitgevoerd als de waarde van de
temperatuur hoger is dan "d2". (Als de sensor defect is
wordt de ontdooiing op tijd uitgevoerd)
Maximale ontdooitijd (minuten)
Duur druptijd (minuten)
Na een ontdooibeëindiging blijven de compressor en
ventilator gedurende tijd d7 stilstaan, De ontdooi LED op
het frontpaneel knippert.
Ventilatorpauze na ontdooiing (minuten)
De ventilator blijft na de druptijd stilstaan gedurende tijd F5.
Deze tijd begint na het einde van de druptijd. Als er geen
druptijd is ingesteld start de ventilatorpauze direct na het
einde van de ontdooiing.
Minimum temperatuuralarm
Maakt het mogelijk voor de gebruiker om een minimum
ruimtetemperatuur in te stellen. Beneden waarde A1
schakelt het alarmcontact: het alarm LED knippert,
weergave temperatuur knippert en de zoemer gaat aan om
het probleem te melden.
Maximum temperatuuralarm
Maakt het mogelijk voor de gebruiker om een maximum
ruimtetemperatuur in te stellen. Boven waarde A2 schakelt
het alarmcontact: het alarm LED knippert, weergave
temperatuur knippert en de zoemer gaat aan om het
probleem te melden.
Verdampersensor temperatuurweergave
Geeft
verdampertempe
ratuur weer
(geeft niets weer
als dE =1)