ECP 202 EXPERT – Parameters Abstract
LIJST MET NIVEAU 2 VARIABELEN (Installateursniveau)
Ventilatorstatus bij compressor uit
0 = ventilatoren draaien continue
1 = ventilatoren alleen in bedrijf als
compressor in bedrijf is
2 = Fans uitgeschakeld
Ventilator pauze tijdens ontdooiing
0 = ventilatoren draaien tijdens ontd.
1 = ventilatoren staan stil tijdens ontd.
Verdamperventilatoren activeren voor
luchtrecirculatie.
De ventilatoren worden gedurende een door
F7 gedefinieerde tijd geactiveerd als ze niet
voor de F6-tijd zijn begonnen te werken. Als
de activeringstijd samenvalt met de
ontdooitijd, wacht u het einde van het
ontdooien.
0 – 240 min
0 = (functie niet geactiveerd)
Verdamper ventilatieduur voor
luchtrecirculatie.
Fans werktijd voor F6
Sensor aanwezigheid
Als de verdampersensor Is aangesloten
worden ontdooiingen uitgevoerd volgens
cyclusperiode d0: ontdooiing eindigt als een
externe sensor aanspreekt en het remote
ontdooicontact schakelt en sluit of als tijd d3
afloopt.
0 = verdampersensor aanwezig
1 = geen verdampersensor
Type ontdooicyclus, omkeersysteem (heet
gas) of met ontdooi-elementen
0 = verwarmingselement
1 = heet gas
2 = kachel met temperatuurregeling
Ontdooien bij inschakelen
0 = uitgeschakeld
1 = ontdooien bij inschakelen (indien
mogelijk)
0 = uitgeschakeld
1 = ingeschakeld
Smart Defrost Setpoint (indien dSE = 1)
Het tellen van de tijd tussen het ontdooien
wordt alleen geïncrementeerd als de
compressor AAN staat en de
verdampertemperatuur lager is dan dSt.
Weergave weergeven tijdens ontdooien
0 = huidige temperatuur
1 = temperatuur aan het begin van het
ontdooien
2 = "DEF"
Netwerkadres voor aansluiting op het
TeleNET supervisor systeem
0 ÷ 31 (met SEr=0)
1 ÷ 247 (met SEr=1)
RS-485 communicatieprotocol
0 = TeleNET-protocol
1 = Modbus-RTU-protocol
0 = 300 baud
1 = 600 baud
2 = 1200 baud
3 = 2400 baud
4 = 4800 baud
5 = 9600 baud
6 = 14400 baud
7 = 19200 baud
8 = 38400 baud
0 = none
1 = even
2 = odd
Minimum- en maximum temperatuur
signalering en alarm weergave vertraging
Minimum tijd tussen uit- en inschakelen van
de compressor.
Ruimtesensor waarde correctie