ECP 202 EXPERT – Parameters Abstract
Duur van de inschakeltijd van de
compressor in het geval van een defecte
omgevingssonde (noodmodus).
Als CE1 = 0 blijft de noodmodus in
aanwezigheid van fout E0 uitgeschakeld, de
compressor blijft uitgeschakeld en ontdooien
wordt voorkomen om de resterende koude te
behouden.
0 ÷ 240 min
0 = uitgeschakeld
Duur van de UIT-tijd van de compressor
in het geval van een defecte
omgevingssonde (noodmodus).
Compressor veiligheidstijd voor
deurschakelaar: als de deur open is schakelt
de verdamperventilator en de compressor zal
continue werken gedurende tijd doC, daarna
schakelt hij uit.
Compressor herstarttijd na opening van de
deur. Wanneer de deur wordt geopend en na
de tdo-tijd, is het teruggekeerd naar de
normaal functionerende deur open alarm
(ED).
Als de deurschakelaar is gesloten en het
lampje langer blijft branden dan wordt het
Tdo-lichtcelalarm gesignaleerd (E9).
Met tdo = 0 is de parameter uitgeschakeld.
0 ÷ 240 min
0 = uitgeschakeld
Ventilator uitschakeltemperatuur
De ventilator stopt als de temperatuur waarde
van de verdampersensor hoger is dan deze
waarde.
Differentie voor parameter "Fst"
Minimum waarde in te stellen setpoint.
Maximum waarde in te stellen setpoint.
Besturing relais hulp/alarm 1
6 (NC) = relais gedeactiveerd tijdens stand-
by
-5 (NC) = Contact voor
behuizingelementcontrole (AUX-relais
gesloten met compressoruitgang
inactief).
-4 (NC) = pump-down-functie (NC, zie
CHAP 5.16)
-3 (NC) = automatisch hulprelais beheerd
door StA temp. instelling met
differentieel van 2 ° C (NC)
-2 (NC) = handmatig hulprelais geregeld via
AUX-toets (NC)
-1 (NC) = alarmrelais (NC)
0 = relais gedeactiveerd
1 (NO) = alarmrelais (NO)
2 (NO) = handmatig hulprelais geregeld via
AUX-sleutel (NO)
3 (NO) = automatisch hulprelais beheerd
door StA temp. instelling met
differentieel van 2 ° C (NO)
4 (NO) = pump-down-functie (NEE, zie
CHAP 5.16)
5 (NO) = vrij spanningscontact voor
condensoreenheid (parallel AUX-
relais en compressorrelais)
6 (NO) = relais geactiveerd tijdens stand-by