•
[1]
(and) Logische operator "and" (logisch product)
•
[2]
(or) Logische operator „or“ (logische som)
•
[3]
(xor) Logische operator "xor" (exclusieve logische som)
•
[4]
(xnor) Logische operator "xnor" (exclusieve negatieve logische som)
•
[5]
(not) Functie die het resultaat van het bit-element teruggeeft
•
[6]
(neg) Functie die het resultaat van het 2-element teruggeeft
Berekeningsmodus EQN (berekenen van vergelijkingen)
In de modus EQN is het mogelijk om stelsels van lineaire vergelijkingen,
kubische en kwadratische vergelijkingen op te lossen.
Het menu met 4 soorten vergelijkingen verschijnt, wanneer we op
[MODE/SET
UP][5]
drukken en dus de modus EQN kiezen.
EQN Menu Vergelijking
1:
Stelsel van lineaire vergelijkingen met twee onbekenden.
2:
Stelsel van lineaire vergelijkingen met drie onbekenden.
3:
Kwadratische vergelijking.
4:
Kubische vergelijking.
Na de keuze van het type vergelijking voer een waarde voor elke coëfciënt
(a1, b1, enz.) in en druk op
[=]
. In de bijbehorende cel worden maximaal 6
cijfers van dit getal weergegeven, maar voor de berekening zal het volledige
getal gebruikt worden.
Indien u al alle coëfciënten ingevoerd heeft, druk op
[=]
om het stelsel op te
lossen.
Door op
[=]
te drukken wordt altijd de onbekende weergegeven die de oplos-
sing van de vergelijking is.
Door op
[=]
opnieuw te drukken wordt de tabel voor het invoeren van coëfciën-
ten weer weergegeven.
Om de al ingevoerde coëfciënt te wijzigen verplaats de cursor naar de bijbeho-
rende cel met de coëfciënt, voer een nieuwe waarde in en druk op
[=]
. Om alle
coëfciënten te wissen druk op
[AC]
.
Door op
[AC]
te drukken tijdens het weergeven van de oplossing van het stelsel
keert u terug naar de tabel voor het invoeren van coëfciënten.
Berekeningsmodus MATRIX (matrices)
Matrices kunnen in het geheugen opgeslagen worden onder de benamingen
„MatA“, „MatB“ en „MatC“. Resultaten van berekeningen met matrices worden
opgeslagen in een speciaal geheugen van de resultaten van matrixbere-
keningen, die „MatAns“ genoemd wordt.
Instellen van de calculator in de modus „MATRIX“: druk op
[MODE/SET UP]
,
vervolgens op
[6].
Creëren van een matrix:
• Druk op
[2ND][4]
(MATRIX)
[1]
(Dim).
• Druk op
[1]
of
[2] o
f
[3]
om de benaming van de matrix te bepalen.
12–NL