www.scheppach.com
44
|
NL
Borstelstrip opnieuw afstellen
Stel zo nodig de borstelstrip op de rolzeef bij. Daartoe
draait u de drie schroeven los en schuift u de borstel-
strip in de gewenste positie. Draai daarna beide klem-
schroeven (6) weer vast.
Riemspanning (aandrijfriem), afb. 8
Na verloop van tijd kan de aandrijfriem uitgerekt of
versleten raken, wat betekent dat een betrouwbare
krachtoverbrenging van de motor naar de zeeftrommel
niet langer mogelijk is. Om dit te doen, moet u de aan-
drijfriem opnieuw spannen of vervangen.
1. Verwijder de afdekking van de motorriem (afb. 1-7).
2. Pas de spanning van de platte riem aan door de
drie motorschroeven (A) los te draaien en de mo-
tor naar boven te duwen.
3. Als de riem niet meer op spanning kan worden
gebracht en/of poreus is, is hij versleten en moet
u hem vervangen.
4. Houd de motor met één hand stevig vast en draai
de motorschroeven met de andere hand weer aan.
5. Breng de afdekking van de motorriem weer aan.
Riemspanning (trommel), afb. 9
Na verloop van tijd kunnen de trommelriemen (afb. 1-11)
uitgerekt of versleten raken, waardoor een betrouwbare
krachtoverbrenging van het aandrijfwiel naar de zeef-
trommel niet meer mogelijk is. Om dit te doen, moet u
de aandrijfriem opnieuw spannen of vervangen.
1. Verwijder de afdekking van de motorriem (afb.
1-12).
2. Draai de lagerschroeven (A) los en stel de lagers
dienovereenkomstig af.
3. Als de riemen niet meer kunnen worden aange-
spannen en/of poreus zijn, zijn ze versleten en
moeten ze worden vervangen.
4. Draai vervolgens de lagerschroeven met de hand
weer vast en schroef de trommelriemafdekking
weer op de behuizing.
WAARSCHUWING!
Bewaar het apparaat niet zonder bescherming of in
een vochtige omgeving.
Aansluitingen en reparaties
Aansluitingen en reparaties van de elektrische appa-
ratuur mogen uitsluitend door een elektromonteur wor-
den uitgevoerd.
Wij adviseren om het apparaat direct na elk gebruik te
reinigen.
Trommelreiniging
Maak de trommel na elk gebruik schoon om vuil te ver-
wijderen dat zich eraan heeft vastgehecht. Het loop-
vlak van de V-snaar van de trommel moet altijd schoon
worden gehouden. Grond en stenen slijten de V-sna-
ren zwaar.
13. Opslag
WAARSCHUWING!
Bewaar het apparaat niet zonder bescherming of in
een vochtige omgeving.
Bewaar het apparaat en de bijbehorende accessoires
op een donkere, droge en vorstvrije en voor kinderen
ontoegankelijke plaats. De optimale opslagtempera-
tuur ligt tussen 5 en 30˚C. Bewaar het gereedschap in
de originele verpakking. Dek het gereedschap af om
het te beschermen tegen stof of vocht. Bewaar de ge-
bruikshandleiding bij het gereedschap.
14. Transport
1. Schakel het apparaat uit, trek de stekker uit het
stopcontact en verwijder eventueel grof vuil.
2. Draai de hoekvergrendeling en de knopschroef
los en breng de zeeftrommel op een gecontroleer-
de manier in transportstand. Zorg ervoor dat de
zeeftrommel niet ongecontroleerd naar beneden
beweegt. Anders kan het toestel beschadigd raken.
3. Zet de zeeftrommel vast met de borgpen door de-
ze door het gat in de hoekinstelschijf en het trom-
melframe te steken.
4. Nu kunt u het toestel gemakkelijk vervoeren en
plaatsbesparend opbergen. Zorg ervoor dat de
opslagplaats droog is.
15. Onderhoud
Let op!
Trek bij alle onderhoudswerkzaamheden altijd de stekker
uit het stopcontact.
Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden uitsluitend
bij uitgeschakelde motor alsook losgekoppelde voe-
dingsstekker uitvoeren.