Rijd NIET op openbare wegen,
autowegen of autosnelwegen,
tenzij de plaatselijke wet- en
regelgeving uitzonderingen
toestaat.
Rijd NIET over gaten,
stoepranden, trappen of
andere obstakels.
Rijd NIET op oppervlakken
met weinig grip (met inbegrip
van, maar niet beperkt tot,
natte grond, los zand, los
grind en ijs).
Probeer GEEN stunts uit
te halen. Houd altijd beide
voeten op de voetmatten.
Houd te allen tijde contact
met de grond. Niet springen
of stunts proberen.
Slechts voor één rijder. NIET
met twee rijden of passagiers
vervoeren. GEEN kind dragen.
8 Waarschuwing
Let op uw hoofd als u door
deuropeningen gaat.
Vermijd contact met obstakels
met de band/het wiel.
gematigde snelheid aan van 3-10 km/u (2–6 mph) en houd uw
knieën gebogen. Ga niet te langzaam of te snel, anders kunt u de
controle verliezen en vallen.
Vermijd hellingen die steiler
zijn dan 15°.
Rijd NIET door plassen of
ander water. Niet nat worden.
> 15°
32 33