NL-9
Waarschuwing voor laserveiligheid
 WAARSCHUWING
KLASSE 1 LASERPRODUCT [IEC 60825-1:2014]
•  De lasermodule is uitgerust met dit product. Het gebruik van bedie-
ningselementen of aanpassingen van procedures anders dan hierin 
beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling.
  Blootstelling aan laserenergie in de buurt van het diafragma kan 
brandwonden veroorzaken.
•
  Dit product is geclassiceerd als Klasse 1 van IEC 60825-1:2014.
•  Voor de EU en het VK
  Dit product voldoet aan EN 60825-1:2014+A11:2021.
•  Houd u aan de wet- en regelgeving van uw land met betrekking tot 
de installatie en het beheer van het apparaat.
•  Weergave van laser uitgestraald door de ingebouwde lichtmodule: 
-  Golengte: 455 nm
-  Maximaal vermogen: 576 W
Lichtmodule
•  Een lichtmodule met meerdere laserdioden is als lichtbron in het 
product uitgerust.
•  Deze laserdiodes zijn in de lichtmodule afgedicht. Er is geen onder-
houd of service vereist voor de prestaties van de lichtmodule.
•  De eindgebruiker mag de lichtmodule niet vervangen.
•  Neem contact op met een gekwaliceerde distributeur voor vervan-
ging van de lichtmodule en verdere informatie.
Risicogroepen
Deze projector is geclassiceerd als risicogroep 3 van IEC/EN 62471-
5:2015.
 WAARSCHUWING
RG3-PRODUCT VAN IEC/EN 62471-5:2015
•  Deze projector is voor professioneel gebruik en moet worden 
geïnstalleerd op een plaats waar de veiligheid is gewaarborgd. 
Zorg er daarom voor dat u contact opneemt met uw dealer omdat 
de installatie moet worden uitgevoerd door een professionele 
installateur. Probeer de projector nooit zelf te installeren. Dit kan 
leiden tot slechtziendheid, enz.
•  Directe blootstelling aan de straal is niet toegestaan, RG3 IEC/EN 
62471-5:2015. 
•  Kijk niet in de projectorlens. Dit kan leiden tot ernstige schade aan 
uw ogen.
•  Gebruikers moeten de toegang tot de straal binnen de veilig-
heidsafstand regelen of het product installeren op een hoogte 
die blootstelling aan de ogen van toeschouwers binnen de risi-
coafstand zal voorkomen. 
•  Ga bij het inschakelen van de stroom te werk vanaf de zijkant of 
achterkant van de projector (buiten de gevarenzone). Zorg er bij 
het inschakelen van de stroom ook voor dat er niemand binnen 
het projectiebereik naar de lens kijkt.
• Gevarenzone
De onderstaande afbeelding beschrijft de stralingszone (gevarenzone) 
van licht afgegeven door de projector die is geclassiceerd als Risico-
groep 3 (RG3) van IEC/EN 62471-5:2015.
De gevarenzonediagrammen en -tabellen staan vermeld aan het einde 
van het boekje. 
① Bovenaanzicht/zijaanzicht: diagram 1
② Gevarenzone bij lenseenheid: table 1 (tabel 1)
• Over de veiligheidszone
Door een veiligheidszone of fysieke barrières in te stellen, is het mogelijk 
te voorkomen dat personen met hun ogen in de gevarenzone komen.
Wanneer de beheerder van de projector (gebruiker) niet kan voorko-
men dat toeschouwers in de gevarenzone komen, zoals in openbare 
gelegenheden, wordt het aanbevolen om een ruimte van 1 m of meer 
van de gevarenzone af veilig te stellen als „de veiligheidszone” voor de 
veiligheid van de toeschouwers. Zorg bij het installeren van de projector 
aan het plafond voor een verticale afstand van 3 meter van de vloer tot 
de gevarenzone.
Installatievoorbeeld rekening houdend met de veiligheidszone 
① Vloer- of bureau-installatievoorbeeld: diagram 2
② Plafondinstallatievoorbeeld: diagram 3
③ Voorbeeld van neerwaartse projectie aan het plafond geïnstalleerd: 
diagram 4 
 VOORZICHTIG
Als wordt verwacht dat er toeschouwers in de gevarenzone komen 
in het geval van installatie aan het plafond, is het nodig om te voor-
komen dat de toeschouwers dat gebied binnenkomen.
Als de veiligheidszone tussen de vloer en de gevarenzone niet kan 
worden veilig gesteld, is het noodzakelijk te voorkomen dat toe-
schouwers in het gebied rond het scherm komen zoals weergegeven 
in Diagram 4-2.
*  Als u lensverschuiving gebruikt, houd dan rekening met de verschuiving van 
het geprojecteerde beeld overeenkomend met de mate van lensverschuiving. 
Installatievoorbeeld rekening houdend met de veiligheidszone 
 VOORZICHTIG
Volg alle veiligheidsvoorschriften.
De projector installeren
•  Volg bij het plannen van de opstelling van de projector de veilig-
heidsmaatregelen die in de installatiehandleiding worden vermeld.
•  Om gevaar te voorkomen, installeert u het apparaat binnen 
handbereik van een stopcontact of zorgt u voor een apparaat 
zoals een stroomonderbreker om de stroom naar de projector in 
noodgevallen uit te schakelen.
•  Neem veiligheidsmaatregelen om te voorkomen dat personen 
met hun ogen in de gevarenzone komen.
•  Kies een geschikte lens voor de installatieplaats en leg de veilig-
heidszone vast die voor elke lens is bepaald.  
  Zorg dat er passende veiligheidsmaatregelen zijn genomen bij het 
bedienen van de projector, het aanpassen van het licht, enz.
•  Controleer of de passende veiligheidszone voor de geïnstalleerde 
lens naar behoren is veilig gesteld.  
  Controleer regelmatig de zone en houd een overzicht bij van de 
controles.
De installateur of dealer moet de beheerder (gebruiker) van de 
projector het volgende instrueren:
•  Informeer de beheerder van de projector (gebruiker) over veilig-
heid vóór gebruik van de projector.
•  Instrueer de beheerder van de projector (gebruiker) om inspecties 
uit te voeren (inclusief veiligheidscontroles van het licht dat de 
projector uitstraalt) voordat de projector wordt ingeschakeld. 
•  Instrueer de beheerder van de projector (gebruiker) om de projec-
tor altijd te kunnen bedienen wanneer de projector is ingeschakeld 
in geval van nood. 
•  Instrueer de beheerder van de projector (gebruiker) om de instal-
latiehandleiding, gebruikershandleiding en inspectierapporten op 
een gemakkelijk bereikbare plaats te bewaren. 
•  Instrueer hen om te kunnen bepalen of de projector voldoet aan 
de normen van elk land en elke regio.  
Aanwijzingen voor installatie en onderhoud
Installeer of bewaar de projector niet op plaatsen zoals hieronder 
beschreven. 
•  Locaties die trillingen en schokken versterken
  Indien geïnstalleerd op plaatsen waar de trillingen van stroom-
bronnen of dergelijke worden overgebracht, of in voertuigen of op 
vaartuigen enz. kan de projector worden blootgesteld aan trillingen 
of schokken die de interne onderdelen kunnen beschadigen en sto-
ringen kunnen veroorzaken.
•  Dichtbij hoogspanningskabels en stroombronnen
  Dit kan het apparaat ontregelen. 
•  Plaatsen waar sterke magnetische velden worden gegenereerd
  Dit kan leiden tot storing.
•  Buitenshuis en plaatsen met vocht of stof
  Plaatsen blootgesteld aan olierook of stoom
  Plaatsen waar corrosieve gassen worden gegenereerd
  Aangehechte stoen zoals olie, chemicaliën en vocht kunnen vervor-
ming of scheuren in de behuizing, corrosie van de metalen onderdelen 
of storingen veroorzaken.