EasyManua.ls Logo

Snapper RDLT Series - Page 204

Snapper RDLT Series
240 pages
Print Icon
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
Not for
Reproduction
De zitmaaier met de hand voortduwen
1. Schakel de PTO uit en leg de motor stil.
2. Trek de hendel (A
unit en druk deze vervolgens naar beneden om te vergren-
delen. U kunt de zitmaaier nu met de hand voortduwen.
3. Trek de hendel omhoog en duw deze naar de achterzijde
van de unit om de transmissie te starten. De maaier kan nu
rijden.
Werking van snelheidsregelaar
DE SNELHEIDSREGELAAR ACTIVEREN:
1. Trek de knop van de snelheidsregelaar (zie Functies en
bedieningselementen) omhoog.
2. Duw het vooruitrijsnelheidspedaal in.
3. Til de knop van de snelheidsregelaar omhoog wanneer de
gewenste snelheid is bereikt. De snelheidsregelaar wordt
in een van de vijf vergrendelstanden vergrendeld.
DE SNELHEIDSREGELAAR UITSCHAKELEN:
1. Duw het rempedaal (zie Functies en bedieningsele-
menten) in.
OF
2. Druk het gaspedaal vooruit in.
Met de Reverse Mowing Option (RMO) kan de bestuurder
achteruit maaien (zie Functies en bedieningselementen).
U kunt dit activeren door de RMO-sleutel te verdraaien na

bestuurder kan vanaf dat ogenblik achteruit maaien. Telkens
wanneer de PTO wordt geactiveerd moet de RMO opnieuw
worden geactiveerd, indien gewenst. De sleutel dient te worden
verwijderd om de toegang tot de RMO-functie te beperken.
WAARSCHUWING
Achteruit maaien kan gevaarlijk zijn voor omstanders.
Er kunnen zich tragische ongevallen voordoen als de gebruiker
onvoldoende aandacht heeft voor de aanwezigheid van kinderen.
Activeer de RMO nooit als er kinderen in de buurt zijn. Kinderen
worden vaak aangetrokken door de machine en de maaiactiviteit.
Achteruitmaaioptie (RMO
TM
)
WAARSCHUWING
De zitmaaier slepen leidt tot schade aan de transmis-
sie. Gebruik geen ander voertuig om deze machine voort te
duwen of te tr
ekken. Activeer de transmissievrijgavehendel niet
terwijl de motor draait.
Parkeerremfunctie
De parkeerrem gebruiken - Om de parkeerrem in te
schakelen laat u de rijsnelheidspedalen (zie Functies en
bedieningselementen) los duwt u het rempedaal volledig in,
trekt u de parkeerremknop OMHOOG en laat u vervolgens het
rempedaal los.
De parkeerrem uitschakelen - Om de parkeerrem uit
te schakelen trapt u het rempedaal (zie Functies en
bedieningselementen) geheel in en drukt u op de knop van
de parkeerrem (C
Maaien
1. Zet de maaihoogte in de gewenste stand met behulp van de
hendel van het maaidekhefsysteem.
2. Trek de handrem aan. Zorg dat de PTO-schakelaar uitge-
schakeld is.
3. Start de motor (zie De motor starten).
 

5. Schakel de PTO in om de maaibladen te activeren.
6. Begin te maaien.
OPM.: Als het alarmsignaal “grasopvangzak vol” klinkt, moet u
de PTO onmiddellijk uitschakelen om te voorkomen dat de af-
voerbuis verstopt raakt. Rijd naar een geschikte plaats en leeg
de grasopvangzak (zie De grasopvangzak legen).
7. Wanneer u klaar bent, schakelt u de PTO uit en tilt u het
maaidek met behulp van de hendel van het maaidekhefsy-
steem op.
8. Stop de motor (zie De zitmaaier en motor stoppen).
22

Related product manuals