39
N
L
5.2 
Montage van het steunvoetje
 
(ref. 4)
Monteer  het  steunvoetje  zoals  afgebeeld  wordt  in 
Fig.5
5.3  Netaansluiting
De  compressor  is  voorzien  van  een  netkabel  met 
veiligheidsstekker. Deze kan worden aangesloten
op elk veiligheidsstopcontact 230 V ~ 50 Hz dat
beveiligd is door een zekering van 16 ampère.
Alvorens  het  apparaat  in  gebruik  te  nemen  dient 
u  er  zich  van  te  vergewissen  dat  de  netspanning 
overeenkomt met de bedrijfsspanning vermeld op het 
kenplaatjevanhetapparaat.Langetoevoerleidingen
alsmedeverlengkabels,kabeltrommelsenz.leiden
tot  spanningsverlies  en  kunnen  het  starten  van 
de motor beletten. Bij temperaturen onder +5°C
start  de  motor  eventueel  moeilijk  ten  gevolge  van 
stroefheid.
5.4  AAN/UIT-schakelaar (ref. 8)
5.4.1  D 200/8/24 - D 200/10/24 (fig. 2a)
Omdeuitrustingaantezetten,deOn/Off-schakelaar
(ref.8)in de positie I zetten.
ZetdeOn/Off-schakelaar(ref.8)in de positie O om 
deuitrustinguittezetten.
5.4.2  D 200/8/6 (fig. 2b)
De compressor wordt aangezet door de rode knop 
(ref.8)inpositieI te trekken.
De  compressor  wordt  uitgezet  door  de  rode  knop 
(ref.8)inpositieO te drukken.
5.5  Drukafstelling
● Metdedrukregelaar(ref.7)kandedrukopde
manometer(ref.6)wordenafgesteld.
● Deafgesteldedrukkanopdesnelkoppeling(ref.
5)wordenontnomen.
5.6 
Afstelling van de drukschakelaar
Dedrukschakelaarwerddoordefabriekafgesteld.
5.6.1  D 200/8/6 - D 200/8/24
Inschakeldruk   6 bar
Uitschakeldruk   8 bar
5.6.2  D 200/10/24
Inschakeldruk   8 bar
Uitschakeldruk   10 bar
6.  SCHOONMAKEN EN 
ONDERHOUDEN
  Let op! 
Trek vóór alle schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheid 
de netstekker uit het stopcontact.
  Let op! 
Wacht tot de compressor helemaal is afgekoeld! 
Gevaar om brandwonden op te lopen!
  Let op! 
Vóór alle schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden 
dient de ketel drukloos te worden gemaakt.
6.1  Reiniging
●  Hou  de  veiligheidsinrichtingen  zo  veel  mogelijk 
vrijvan stofenvuil. Wrijfhet apparaatmeteen
schone doek af of blaas het met perslucht bij lage 
drukschoon.
●  Het is aan te bevelen het apparaat direct na elk 
gebruikschoontemaken.
●  Maak het apparaat regelmatig met een vochtige 
doekenwatzachtezeepschoon.Gebruikgeen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het apparaat kunnen 
aantasten.Zorgervoordatgeenwaterbinnenin
hetapparaatterechtkomt.
● Slang en spuitgereedschap moeten vóór de
schoonmaakbeurt  van  de  compressor  worden 
gescheiden.Decompressormagnietmetwater,
oplosmiddelen  of  iets  dergelijks  schoon  worden 
gemaakt.
6.2  Condenswater
Het condenswater moet dagelijks worden afgelaten 
door de aflaatklep (ref. 11) open te draaien
(bodemkantvanhetdrukvat).
  Let op! 
Het  condenswater  uit  het  drukvat  bevat 
olieresten.
Ontdoet  u  zich  van  het  condenswater  op  een 
milieuvriendelijke  manier  en  deponeer  het  op 
een overeenkomstige inzamelplaats.
6.3  Veiligheidsklep (ref. 10)
De  veiligheidsklep  is  afgesteld  op  de  maximaal 
toegestane druk van de druktank. Het is niet
toelaatbaar  de  veiligheidsklep  te  verstellen  of  de 
verzegelingervanteverwijderen.Omteverzekeren