HSE 41, HSE 51
Nederlands
239
alcohol of medicijnen bent . Eén 
moment van onoplettendheid bij het 
gebruik van het elektrische 
gereedschap kan leiden tot ernstig 
letsel.
b) Draag persoonlijke 
beschermende uitrusting en 
altijd een veiligheidsbril. Draag 
altijd een veiligheidsbril. Het dragen 
van persoonlijke beschermende 
uitrusting zoals een stofmasker, 
werkschoenen met stroeve zool, 
een veiligheidshelm of 
gehoorbescherming, afhankelijk 
van de aard en het gebruik van het 
elektrische gereedschap, 
vermindert de kans op letsel.
c) Voorkom het per ongeluk 
inschakelen. Controleer of het 
elektrische gereedschap is 
uitgeschakeld voordat de steker 
in het stopcontact wordt 
gestoken en/of de accu wordt 
aangesloten, het gereedschap 
wordt opgepakt of gedragen. Als 
bij het dragen van het elektrische 
gereedschap uw vinger op de 
schakelaar ligt of als het 
gereedschap ingeschakeld op het 
lichtnet wordt aangesloten, kan dit 
leiden tot ongevallen.
d) Afstelgereedschap of 
schroefsleutels verwijderen 
voordat het elektrische 
gereedschap wordt 
ingeschakeld. Afstelgereedschap 
of een sleutel dat/die in een 
draaiend deel van het apparaat zit 
kan leiden tot letsel.
e) Voorkom een onnatuurlijke 
lichaamshouding. Zorg voor een 
stabiele houding en bewaar altijd 
het evenwicht. Hierdoor kan het 
elektrische gereedschap in 
onverwachte situaties beter onder 
controle worden gehouden.
f) Geschikte kleding dragen. Geen 
loshangende kleding of sieraden 
dragen. Haren, kleding en 
handschoenen uit de buurt van 
bewegende delen houden. 
Loshangende kleding, sieraden of 
lange haren kunnen blijven haken 
aan bewegende delen.
g) Als er stofafzuig- en 
-stofopvanginrichtingen kunnen 
worden gemonteerd, moet 
worden gecontroleerd of deze 
zijn aangesloten en correct 
worden gebruikt. Het gebruik van 
een stofafzuiginrichting beperkt het 
gevaar door stof.
4) Het gebruik van en de omgang met 
elektrisch gereedschap
a) Het apparaat niet overbelasten. 
Gebruik voor uw werkzaamheden 
het daarvoor bestemde 
elektrische gereedschap. Met het 
passende elektrische gereedschap 
werkt u beter en veiliger binnen het 
aangegeven capaciteitsbereik.
b) Geen elektrisch gereedschap 
gebruiken waarvan de schakelaar 
defect is. Elektrisch gereedschap 
dat niet meer kan worden in- of 
uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet 
worden gerepareerd.
c) De steker uit de contactdoos 
trekken en/of de accu uit het 
apparaat nemen alvorens 
afstelwerkzaamheden uit te 
voeren, toebehoren te vervangen 
of het apparaat op te bergen. 
Deze voorzorgsmaatregel voorkomt 
het onbedoeld aanlopen van het 
elektrische gereedschap.
d) Niet-gebruikt elektrisch 
gereedschap buiten het bereik 
van kinderen opbergen. 
Elektrisch gereedschap niet laten 
gebruiken door personen die er 
niet mee vertrouwd zijn of die de 
instructies niet hebben gelezen. 
Elektrisch gereedschap is gevaarlijk 
als dit door onervaren personen 
wordt gebruikt.
e) Elektrisch gereedschap 
zorgvuldig onderhouden. 
Controleer of de bewegende 
delen correct functioneren en dat 
deze niet klemmen, gebroken of 
beschadigd zijn omdat hierdoor 
de werking van het elektrische 
gereedschap nadelig wordt 
beïnvloed. Beschadigde 
onderdelen voor het gebruik van 
het apparaat laten repareren. Vele 
ongevallen zijn te wijten aan slecht 
onderhouden elektrisch 
gereedschap.