109
DEENFRITESPTNOSVFIDAELRU   NL
0478 131 9940 B - NL
● Uittrekken:
Trek de veiligheidsstekker (2) uit 
voet (3) en bewaar deze gescheiden 
van de grasmaaier.
Plaatsen:
Druk de veiligheidsstekker (2) geheel in 
voet (3) en sluit het accuvak.
● Sluit de deksel van het accuvak (1).
9.2 Schakelaar ecomodus
In het accuvak zit de schakelaar 
voor de ecomodus, waarmee de looptijd 
van de accu kan worden verlengd. 
(Ö 10.2)
Ecomodus inschakelen:
● zet de schakelaar in stand I.
Ecomodus uitschakelen:
● zet de schakelaar in stand O.
9.3 Grasopvangbox
Monteren:
● Uitwerpklep (1) openen en 
vasthouden.
● Haak de grasopvangbox (2) met de 
bevestigingsnokken in de 
bevestigingen (3) achterop het 
apparaat.
● Uitwerpklep (1) sluiten.
Demonteren:
● Uitwerpklep (1) openen en vasthouden.
● Grasopvangbox (2) optillen en naar 
achter wegnemen.
● Uitwerpklep (1) sluiten.
9.4 Enkele duwstang instellen 
(RMA 443 C, RMA 443 PC, 
RMA 443 TC, RMA 448 PC, 
RMA 448 TC)
Duwstang omklappen:
Transportstand (voor het reinigen van het 
apparaat en voor ruimtebesparend 
transporteren en opslaan):
● Houd het bovenstuk van de 
duwstang (2) met één hand op het 
hoogste punt vast en til het iets op 
(ontlasten).
● Druk de vergrendelingshendels (1) 
omlaag en houd deze vast.
● Klap de duwstang (2) naar voren om en 
let erop dat de elektrokabel niet 
beschadigd wordt.
Werkstand (voor het duwen van het 
apparaat):
● klap de duwstang (2) naar achteren om 
en let erop dat de duwstang volledig 
vastklikt.
Hoogteverstelling:
De hoogte van de enkele duwstang kan in 
2 standen worden ingesteld:
● Houd het bovenstuk van de 
duwstang (2) met één hand op het 
hoogste punt vast en til het iets op 
(ontlasten).
● Druk de vergrendelingshendels (1) 
omlaag en houd deze vast.
● Zet de duwstang (2) in de gewenste 
positie.
● Laat de vergrendelingshendels (1) los 
en let erop dat de duwstang weer 
volledig vastklikt.
9.5 Dubbele duwstang 
omklappen (RMA 443)
Transportstand (voor het reinigen van het 
apparaat en voor ruimtebesparend 
transporteren en opslaan):
● draaiknoppen (1) zover losdraaien dat 
deze vrije draaien.
● Bovenstuk duwstang (2) naar voren 
omklappen.
Werkstand (voor het duwen van het 
apparaat):
● bovenstuk duwstang (2) naar achter 
opklappen en met een hand 
vasthouden.
● Draaiknoppen (1) vastschroeven. Op 
juiste positie van de kabelgeleiding (3) 
letten.
13
16
Gevaar voor knellen!
Houd het bovenstuk van de 
duwstang bij het bedienen van de 
vergrendelingshendel met één 
hand op het hoogste punt vast.
Steek nooit vingers tussen de 
duwstang en de console (boven en 
onder de vergrendelingshendel). 
14
Gevaar voor knellen!
Door het losdraaien van de 
draaiknoppen kan het bovenstuk 
duwstang omklappen. Bovenstuk 
duwstang daarom tijdens het eraf 
schroeven van de draaiknoppen 
met één hand op het hoogste punt 
vasthouden.
15