74
○,B Passeerlichtknop
Bij het indrukken van de passeerlichtknop
gaat het grootlichtlampje branden om aan de bestuurder
van het voertuig voor u aan te geven dat u op het punt staat voorbij te rijden. Het passeerlicht wordt
uitgeschakeld zodra de knop wordt losgelaten Deze knop is geïntegreerd in de dimlichtschakelaar.
○,C Richtingaanwijzer schakelaar
Het overeenkomstige knipperlichtje knippert wanneer de knipperlichtschakelaar naar
links of rechts
wordt gedrukt. Om te stoppen met knipperen, drukt u de schakelaar in.
○,D Claxon knop
Wanneer de claxonknop wordt ingedrukt wanneer het contact wordt ingeschakeld, klinkt de claxon.
Tankdop
Draai de contactsleutel in de "Tankdop" stand (pagina 11) om de tankdop te ontgrendelen ○,
A.
Om de tankdop te openen, ○,
B draait u hem tegen de klok in.
Plaats de tankdop op de benzinetank ○,
C.
Vul de brandstof bij.
Om de dop van de brandstoftank te sluiten moeten de twee driehoeken ○,
a op de dop van de
brandstoftank worden uitgelijnd en draait men deze met de klok mee tot hij vergrendeld is.
Druk op de tankdop om hem te sluiten.
Vereiste brandstof
Brandstoftype
: Uitsluitend loodvrije benzine.
Octaannummer: Gebruik Research Octane Number (RON) 92 of
hoger.
Benzine/alcoholmengsels: Ook wel bekend als gasohol, tot 5%.
Benzinetank inhoud 10 L
WAARSCHUWING:
• Benzine is zeer licht ontvlambaar en kan onder bepaalde omstandigheden explosief zijn. Rook niet
en zet het contact uit tijdens het tanken. Zorg ervoor dat de ruimte goed geventileerd is en geen
brandbare bronnen bevat.
• De brandstoftank nooit tot de rand vullen. Als de tank tot de rand is gevuld, kan de brandstof door
uitzetting bij warmte overstromen.
• Zorg dat de tankdop goed is afgesloten.
• Veeg benzine onmiddellijk af als deze op de scooter wordt gemorst.
○,A