EasyManua.ls Logo

TC Electronic 2290 P DYNAMIC DIGITAL DELAY - Page 23

TC Electronic 2290 P DYNAMIC DIGITAL DELAY
31 pages
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
44 45Quick Start Guide2290 P DYNAMIC DIGITAL DELAY
(1) KEYBOARD-encoder
Met de encoder kunnen de meeste instellingen op
het pedaal worden gemaakt. Druk op een knop
om een parameter aan te passen en draai aan de
KEYBOARD-encoder voor de gewenste instelling.
(2) PRESET-sectie
PRESET – Druk hierop om door de 64 boards te
navigeren. Druk nogmaals op PRESET om het
geselecteerde board te laden of direct preset A of
B met de voetschakelaars te activeren. Elk van de
64 boards bevat 2 presets: A en B, wat in totaal 128
presets oplevert.
STORE – Druk hier eenmaal op om te kiezen waar
een preset moet worden opgeslagen. Druk nogmaals
om de preset op te slaan. Gebruik eventueel de
KEYBOARD-encoder en de voetschakelaar A of B om
het presetslot te wijzigen (groen is het actieve slot)
en het boardnummer, alvorens de tweede keer op de
knop STORE te drukken.
(3) (3) OUTPUT-sectie
DLY – Druk hierop om het uitgangsniveau van het
vertraagde signaal in te stellen. Druk twee keer op
DLY om fase-inversie van het uitgangssignaal in
te schakelen (0 = niet geïnverteerd, 1 = uitgang
geïnverteerd).
DIR – Druk hierop om het uitgangsniveau van het
directe signaal in te stellen.
PAN – Druk op DLY en DIR om de hoeveelheid
vaste stereowerking (panning) tussen links en
rechts in te stellen. De hoeveelheid panning kan
worden geregeld voor zowel het directe als het
delay-signaal. Zie de sectie PAN - DYN voor meer
informatie over het activeren van panning.
(4) FEEDBACK-sectie
SELECT – Druk hierop om te kiezen welke van de
drie feedbackinstellingen u wilt weergeven of
aanpassen. Op SELECT drukken, navigeert door het
feedbackniveau (LEVEL), het hooglter (HIGH) en de
laaglter (LOW).
F. BACK – Druk hierop om de gekozen
feedbackparameter in te stellen. Stel het
feedbackniveau in voor het aantal herhalingen, stel
het hooglter in (bereik: 1 kHz tot 20 kHz) of het
laaglter (bereik: 0-800 Hz, waarbij 0 = ‘uit').
INV – Inverteert de fase van het feedbacksignaal.
(5) (5) DELAY-sectie
DELAY – Druk hierop om de delaytijd in te stellen.
Ingedrukt houden voor snellere afstelling.
MOD – Schakelt modulatie van het vertraagde
signaal in, zoals ingesteld in de MODULATION-sectie.
INV – Inverteert de anger-sweepstart richting
van de pitch shift-envelope. Opmerking: INV heeft
alleen eect als MOD is ingeschakeld en als de
WAVEFORM voor de DELAY in de MODULATION-
sectie op ENV of TRIG is ingesteld.
SUB. D – Stelt de delaytijd in als een onderverdeling
van het tap tempo.
Op deze knop tikken schakelt over tussen de typen
onderverdeling: uit, recht, gepunteerd en triolen.
Als u aan de KEYBOARD-encoder draait nadat u het
type onderverdeling heeft geselecteerd, wijzigt u
de onderverdeling, bijvoorbeeld ⁄, ½, ¼, ⁄, ,
⁄, ⁄.
TIME – De TIME-led knippert om de resulterende
vertragingstijd aan te geven. Dit is de handmatig
ingestelde vertragingstijd of het resultaat van het
getikte tempo en de SUB D-instelling.
PAN – DYN-sectie
(6) DYN MOD – Maakt de dynamische modulatie
mogelijk, zoals die is ingesteld in de sectie
MODULATION.
(7) REVERSE – Inverteert de eecten van de
dynamische modulatie.
(8) DELAY / DIRECT Activeert panning van het
delaysignaal (DELAY), het directe signaal (DIRECT) of
beide, zoals wordt aangegeven door de rode LED's.
De hoeveelheid vaste panning wordt aangepast door
tegelijkertijd op DLY en DIR te drukken en aan de
KEYBOARD-encoder te draaien - zie de OUTPUT-sectie.
(9) PAN MOD Maakt modulatie mogelijk van de
panning, ook wel 'autopanning' genoemd, zoals is
ingesteld in de MODULATION-sectie.
(10) MODULATION-sectie
SELECT – Selecteert welke van de drie modulatie-
instellingen moet worden weergegeven of
gewijzigd. Op SELECT drukken navigeert door de
modulatie van het vertraagde signaal (DELAY), de
panning (PAN) en de dynamische modulatie (DYN).
WAVEFORM – Navigeert door de 4 selecteerbare
golfvormen: SINE, RAND, ENV en TRIG.
(NL)
Stap 2: Bediening
SPEED – Druk hierop om de geselecteerde
modulatieparameter aan te passen.
Opmerking: De modulatiesnelheid kan worden
ingesteld als een onderverdeling van het tap-tempo.
Dit kan door in de modulatiesectie op SPEED te
drukken en vervolgens in de delay-sectie op SUB.D.
DEPTH – Druk hierop om de modulatieparameter
weer te geven of aan te passen.
THRE – Druk tegelijkertijd op SPEED en DEPTH om
de drempel (threshold) weer te geven of aan te
passen. THRE is alleen van toepassing als ENV- of
TRIG-golfvormen worden geselecteerd.
(11) VOETSCHAKELAARS
A of B – Druk op een voetschakelaar om de preset
in het betreende slot te activeren. Druk nogmaals
om het eect tijdelijk uit schakelen. Bij het opslaan
van een preset kunnen A en B ook worden gebruikt
om aan te geven in welk slot u wilt opslaan.
LEARN – Tik in een bepaalde snelheid om een
tempo in te stellen (tap tempo). De resulterende
vertragingstijd en modulatiesnelheden worden
gewijzigd op basis van de betreende SUB-
instelling. De MIDI-clockuitgang volgt ook het
tap tempo.
A en B – Druk tegelijkertijd op A en B om in de
presetlijst 'omlaag' te gaan, bijvoorbeeld van preset
22 naar preset 21.
B en LEARN – Druk hier tegelijkertijd op om in
de presetlijst 'omhoog' te gaan (bijvoorbeeld van
preset 22 naar preset 23).
ACHTERPANEEL
(12) INPUT (MONO/STEREO) – Deze
ingangsaansluitingen accepteren standaard
6,3 mm mono jackaansluitingen. Stereo-ingangen
gebruiken beide aansluitingen, terwijl mono-
ingangen alleen gebruik maken van de 6,3 mm
MONO-aansluiting.
(13) STEREO IN/OUT-schakelaar – Gebruik deze
schakelaar om de functionaliteit van de STEREO-
ingang en STEREO-uitgang te wijzigen. In de positie
'omhoog' werken deze aansluitingen als normale
stereo jacks. In de positie 'omlaag' werken deze
aansluitingen als een send en een return voor het
vertraagde signaal.
(14) OUTPUT (MONO/STEREO) – Deze
uitgangsaansluitingen accepteren standaard 6,3
mm mono jackaansluitingen. Stereo-uitgangen
gebruiken beide aansluitingen, terwijl mono-
uitgangen alleen gebruik maken van de 6,3 mm
MONO jackaansluiting.
(15) EXP – Sluit een extern expressiepedaal aan met een
6.3 mm stereo jackaansluiting.
(16) USB – Sluit via USB-C aan op een computer
voor gebruik met de gratis 2290 P-app of voor
rmware-updates.
(17) DC IN – Sluit een normale 9 V / >250 mA voeding
aan. Gebruik voor een betrouwbare werking
alleen de externe voeding die bij het product
wordt geleverd.
(18) MIDI (IN/THRU/OUT) – Met deze
MIDI-aansluitingen kunt u voetschakelaars, preset-
wijzigingen en diverse FX-parameters realtime
aansturen via externe MIDI-apparaten (zoals een
voetpedaal of DAW).

Related product manuals