NEDERLANDS
110
WERKING VIA AFSTANDSBEDIENING
De werking van de afstandsbedieningen is
afhankelijk van de instellingen van functie 1.
START/STOP-logica: alleen de bewaarde toets
activeert een impuls van OPENING of SLUITING.
UP/DOWN-LOGICA: aan iedere toets van de
afstandsbediening wordt een functie toegekend.
Het volstaat ongeacht welke toets van de
afstandsbediening te bewaren om de werking van
de 3 andere toetsen te activeren.
* het servicelicht is bestuurbaar via toets 4 van de afstandsbediening.
De activeringslogica is bistabiel: indien het servicelicht uit is wordt het opnieuw ingeschakeld en omgekeerd.
Het licht gaat hoe dan ook na 10 minuten uit.
LET OP: het is niet mogelijk het servicelicht uit te schakelen wanneer het rolluik in beweging is.
UP
DOWN
STOP
SERVICELICHT*
BEWARING VAN DE AFSTANDSBEDIENINGEN IN HET GEHEUGEN
1. Druk kort op de MENU-toets
2. Dde stuurcentrale activeert de fase van radioaanlering: de leds gaan snel aan van links naar rechts
3. Zend binnen 5 seconden uit met de toets van de afstandsbediening die u wenst te bewaren
4. Om de plaatsgevonden bewaring te signaleren, gaan alle leds 2 sec aan
5. De stuurcentrale keert 5 sec terug naar de fase van radioaanlering: de leds gaan snel aan van links
naar rechts
6. Zend met een andere afstandsbediening uit die bewaard moet worden of wacht tot de leds uitgaan.
LET OP: wanneer het geheugen vol is en het dus niet meer mogelijk is andere afstandsbedieningen te
bewaren, en men probeert de fase van radioaanlering te activeren, dan zal de stuurcentrale antwoorden
door alle leds 2 sec te laten knipperen.