102
1. Schakel de voeding uit en verbind dan de Remote-bus met de Remote-
aansluiting op de achterkant. Schroef de buitenste bevestigingsring vast.
2. Schakel uw voeding in.
3. Stel de MODE-schakelaar in de positie “Remote Ctrl” (8) op de achterkant in.
De indicatie “REAR CONTROL” licht op.
4. Via de externe poti kunnen de gewenste uitgangswaarden worden
ingesteld. Controleer het totale instelbereik op haar correcte werking. De
uitgangsspanning kan op het display worden gecontroleerd.
Sluit bij de controle van de stroomregelling de hoofduitgang (7) aan de achterkant met een
voldoende dikke kabel kort (minst. 8 mm
2
). Controleer het totale instelbereik op haar correcte
werking.
Als de afstandsbedieningsfunctie niet meer nodig is, stelt u de MODE-schakelaar in de stand “Normal”
in.
Uitgang op afstand bedienen (aan/uit)
De DC-uitgang kan via een schakelcontact in- en uit worden geschakeld.
Voor het vervangen gaat u als volgt te werk:
1. Verbind de aansluitleidingen van de Remote-bus zoals afgebeeld.
2. Contacteer aansluitingen 4 en 5 met een potentiaalvrij schakelcontact.
3. Als de uitgang is uitgeschakeld, knipperen de statusindicatoren “C.V.” en “C.C.” (1). Het
uitleesvenster geeft daarop de huidige instellingen van de uitgangsspanning en van de
uitgangsstroom (1) aan.
4. Als de uitgang is uitgeschakeld, kunnen de uitgangswaarden met de instelregelaars voor spanning
(3) en stroombegrenzing (4) worden vastgelegd.
Aan de contacten 4 en 5 mag geen spanning worden aangelegd.