• Indien aanwezig, verwijdert u de meetsnoeren van het meetapparaat voor de stroommeting.
• Selecteer met behulp van instelwiel „6“ de functie voor de stroommeting
of .
• Open de stroomtang-sensor „1“ met de openingshendel „5“, omvat de leider die moet
worden gemeten en sluit de stroomtang-sensor „1“ opnieuw.
• De gemeten stroom wordt op het LCD-scherm weergegeven.
• Neem de stroomtang-sensor „1“ na de meting opnieuw van de leider en schakel het meetap-
paraat uit. Draai daarvoor het instelwiel „6“ in de positie „OFF“.