34
NEDERLANDS
Voorzichtig, gevaar
voor kortsluiting!
Voor de bescherming
tegen vocht moet het
deksel van de klem-
menkast, na de elektri-
sche aansluiting, weer
volgens de voorschrif-
ten worden gesloten.
6 Inbedrijfname
6.1 Vullen en ontluchten
De installatie naar behoren vullen en
ontluchten. Het ontluchten van het
pompmotorhuis volgt in de regel
automatisch al na een korte ge-
bruiksduur. Een kortstondig droog
lopen schaadt de pomp niet. In het
geval er toch een directe ontluchting
van het motorhuis nodig is, dient
men als volgt te handelen:
– De pomp uitschakelen,
– De afsluiter aan de zijde met de
hoogste druk sluiten,
– De ontluchtingschroef voorzich-
tig openen (zie afb. 7),
Naargelang de druk en
de temperatuur van de
pompvloeistof kan er bij
het openen van de ont-
luchtingsschroef hete
pompvloeistof in vloei-
bare of dampvormige
toestand vrijkomen re-
sp. onder hoge druk
ontsnappen. Risico op
verbranding!
– Elektrische delen beschermen
tegen uitstromend water,
– De pompas meerdere keren met
een schroevendraaier terug-
schuiven,
– De ontluchtingsschroef terug
aandraaien,
– Afsluiter terug openen,
– De pomp inschakelen.
De pomp kan bij
een geopende on-
tluchtingsschroef, afhankelijk van
de hoogte van de werkdruk, blok-
keren.
Naargelang de bedrijf-
stoestand van de pomp
resp. de installatie
(temperatuur van de
pompvloeistof) kan de
hele pomp zeer heet
worden. Risico op ver-
branding bij aanra-
king van de pomp!
6.2 Instelling van de pompcapa-
citeit
– De instelling kiezen (zie par. 4.1).
– De pompcapaciteit (de opvoer-
hoogte) naargelang de behoefte
voor-instellen op de instelknop
(afb. 1, pos. 2).
– Indien de opvoerhoogte niet
bekend is, raden we aan met de
instelling van 2 m te beginnen.
– Indien de warmtecapaciteit niet
voldoende is, de instelwaarde
stapsgewijs verhogen.
OPGELET!
To Next Page
Loading...
Need help?
General
