Nederlands
68 WILO SE 01/2009
12.2 Algemene storingen tijdens het bedrijf
Storingen tijdens het bedrijf kunnen verschillende
symptomen hebben. Zij beïnvloeden het presta-
tievermogen van de installatie. .
Neem contact op met een specialist of de
dichtstbijzijnde WILO-klantendienst of -vesti-
ging als de bedrijfsstoring niet kan worden ver-
holpen.
12.2.1 Bevestigen van foutmeldingen
Na het verhelpen van een storing moeten de fout-
meldingen bevestigd worden, zodat de installatie
het bedrijf hervat.
Wissen van de foutmeldingen Terugloop via
overloop (4.03), Alarmniveau (4.06) en Over-
stort tank (4.08)
• Verhelp de oorzaak van de fout.
• Voer het wachtwoord 02 in.
Het display geeft kort de volgende tekst weer:
> Mogelijkheid ingeven parameters <.
• Wis in het menu 4.00 de fout met de OK-toets.
• Ga via het menu 4.99 terug naar het hoofdmenu.
• Schakel het schakeltoestel weer naar de mode
Automatisch door het wachtwoord 00 in te voe-
ren.
Wissen van de foutmeldingen Droogloop (4.01),
Schakelfrequentie (4.02) en Max. tijd pomp
(4.07)
• Verhelp de oorzaak van de fout.
• Bevestig de foutmelding met de bevesti-
gingstoets .
Wissen van de foutmeldingen Vulniveausensor
(4.04) en Druksensor (4.05)
• Verhelp de oorzaak van de fout.
• De fout wordt automatisch bevestigd.
13 Reserveonderdelen
De reserveonderdelen worden bij de plaatselijke
specialist en/of de WILO-klantendienst besteld.
Om vragen en verkeerde bestellingen te voorko-
men dienen bij de bestelling alle gegevens op het
typeplaatje van de installatie te worden verstrekt.
Technische wijzigingen voorbehouden!
Storingen Oorzaken Oplossingen
Pomp draait niet • Geen stroomtoevoer. •Zekeringen, aansluitingen en toevoer-
leiding controleren.
Pomp levert geen of te laag vermogen
• Binnentredend lucht in de zuigleiding. • Zuigleiding afdichten.
• Aanzuighoogte heeft de maximale
hoogte overschreden.
• Waterspiegel controleren.
• Lucht in de pomp. • Pomp/installatie ontluchten.
• Filter verstopt. • Voetventiel reinigen.
Druk te laag
• Aanzuighoogte te hoog. • Waterspiegel controleren.
• Voetventiel verstopt. • Voetventiel reinigen.
Pomp schakelt steeds uit en weer aan • Geringe lekkage of terugslagklep in de
FluidControl sluit niet meer.
• Persleiding lokaal afzetten om storing
te zoeken. Storing verhelpen.
Pomp lek
• Mechanische afdichting defect. • Mechanische afdichting vervangen.
• Schroeven op de trapbehuizing aan-
halen.
Navoeding van drinkwater actief
ondanks gevuld reservoir
• Niveausensor vervuild of defect.
• Montagefout van de sensorkabel
(capillaire noodafvoerleiding geslo-
ten).
• Niveausensor reinigen resp. vervan-
gen.
• Kabelaansluiting en -verloop contro-
leren op knelpunten.
Pomp schakelt niet af • Installatie bereikt alleen een druk-
waarde (actuele druk) die hoger is dan
1 bar en lager dan de inschakeldruk.
Werking buiten de karakteristiek.
• Contact opnemen met Wilo-klanten-
service.
Vlotterkraan in de navoeding schakelt
niet af/water ontsnapt via de overloop
• Vlotterkraan uit zitting gerukt of
mechanisch geblokkeerd.
• Visuele controle, evt. betere onder-
steuning van de toevoerleiding of rei-
niging van de opvangbak resp. het
ventiel.
Foutmelding ”Gelieve hardware config.
nazien” op het display van de RCE
• Jumper in de achterwand van de weer-
gavekaart van de RCE (zie Fig. 9) voor
de correcte identificatie van het
pomptype zit niet goed of ontbreekt.
• Contact opnemen met Wilo-klanten-
service