5. DE SNIJHOOGTE INSTELLEN (Zie J)
WAARSCHUWING! Wacht tot de 
grasmaaier volledig tot stilstand is 
gekomen voordat u de maaihoogte afstelt. De 
maaimessen blijven nog even doordraaien 
nadat de machine is uitgeschakeld, en een 
draaiend mes kan ernstig letsel veroorzaken. 
Wacht tot alle onderdelen van de machine 
helemaal tot stilstand zijn gekomen voor u 
deze aanraakt.
Voordat u begint, stelt u de snijhoogte in 
op de gewenste positie. De grasmaaier kan 
worden ingesteld op 3 maaihoogtes tussen 
20mm en 60mm  
Neem één wiel vast, trek het uit de groef en 
plaats het terug op de gewenste hoogte. ALLE 
andere wielen moeten op dezelfde hoogte 
worden geplaatst.
6. MAAITIPS
OPMERKING: INSPECTEER DE 
OPPERVLAKTE WAAR DE MAAIER 
GEBRUIKT MOET WORDEN EN 
VERWIJDER ALLE STENEN, STOKKEN, 
DRAAD, BOTTEN EN ANDER AFVAL 
DAT DOOR HET DRAAIENDE MES 
WEGGEWORPEN ZOU KUNNEN WORDEN.
1.  Maai evenwijdig aan hellingen, niet op en 
neer. Wees zeer zorgvuldig als u op een 
helling van richting verandert. Maai geen 
steile hellingen. Zorg ervoor dat uw voeten 
stevig staan.
2.  Laat de schakelaar los om de maaier 
“UIT” te schakelen als u over grind gaat 
(steentjes kunnen door het mes worden 
weggeworpen).
3.  Zet de maaier op de hoogste snijhoogte als 
u maait door ruwe grond of hoog onkruid. 
Zou u te veel gras tegelijk verwijderen, dan 
kan dat resulteren in het doorslaan van een 
zekering, waardoor de maaier stopt. 
4.  Gebruikt u een graszak in het seizoen 
waarin het gras snel groeit, dan kan het 
gras zich ophopen in de uitwerpopening. 
Laat de schakelaar los om de maaier “UIT” 
te zetten en verwijder de veiligheidssleutel. 
Verwijder de graszak en schud het gras 
tot achterin de zak. Verwijder gras en 
ander afval dat zich heeft opgehoopt bij de 
uitwerpopening. Zet de graszak weer terug.
5.  Mocht de maaier abnormaal trillen, laat 
dan de schakelaar los om de maaier “UIT” 
te zetten en verwijder de veiligheidssleutel. 
Zoek naar de oorzaak. Trilling is een 
waarschuwing voor een probleem. Gebruik 
de maaier niet voordat er een controle is 
uitgevoerd. 
6. LAAT DE SCHAKELAAR ALTIJD 
LOS OM DE MAAIER “UIT” TE 
SCHAKELEN EN VERWIJDER DE 
VEILIGHEIDSSLEUTEL ALS U DE 
MACHINE ONBEHEERD ACHTER LAAT, 
ZELFS ALS HET MAAR EVEN IS.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING: stop de maaier 
en verwijder de veiligheidspin 
voordat u de graszak verwijdert.
OPMERKING: Om er zeker van te zijn dat 
uw machine lang meegaat en betrouwbaar 
blijft, dient u de volgende onderhoudstaken 
regelmatig uit te voeren. Controleer op 
duidelijk zichtbare defecten, zoals een 
loszittend, verbogen of beschadigd mes, 
loszittende montages en versleten of 
beschadigde onderdelen.  Controleer of de 
afdekkingen en beschermkappen onbeschadigd 
zijn en op de juiste wijze op de grasmaaier 
bevestigd zijn. Voer eventueel noodzakelijk 
onderhoud of noodzakelijke reparaties uit 
voordat u de grasmaaier gebruikt.  Wanneer 
de grasmaaier ondanks regelmatig onderhoud 
toch niet werkt, neem contact op met onze 
klantenservice voor advies.    
HET MES SLIJPEN
HOUD HET MES SCHERP VOOR DE BESTE 
PRESTATIES. MET EEN BOT MES KUNT U 
HET GRAS NIET GOED SNIJDEN EN NIET 
GOED BEMESTEN.
DRAAG GOEDE OOGBESCHERMING 
ALS U HET MES VERWIJDERT, SLIJPT 
EN MONTEERT. ZORG ERVOOR DAT DE 
VEILIGHEIDSSLEUTEL VERWIJDERD IS.
Het is meestal voldoende het mes twee keer 
tijdens het maaiseizoen te slijpen. Door zand 
wordt het mes snel bot. Heeft het gras een 
zanderige bodem, dan moet het mes vaker 
geslepen worden.