30
NEDERLANDS
RECORDER 1, 2 – Ingangs-/uitgangsaansluitingen voor recorder
Deze aansluitingen worden gebruikt voor het aansluiten van twee
recorders.
PLAY-aansluitingen LINE OUT-aansluitingen van de recorder
REC-aansluitingen LINE IN-aansluitingen van de recorder
✽ Het uitgangssignaal aan de REC-aansluitingen wordt niet beïnvloed door de
volume- en toonregelaars of de loudness-instellingen van de versterker.
✽ Vergeet niet dat de weergave van de opname mono is wanneer de MODE-
schakelaar op “MONO” staat.
Piekvermogenmeters
De meterschaal duidt het uitgangsniveau aan in dB (decibel) en is ook
geijkt in watt voor een belasting van 8 ohm. Bij een belasting van 4 ohm
moeten de cijfers worden verdubbeld en bij een belasting van 16 ohm
moeten ze worden gehalveerd. Uitgangsniveaus met een sinussignaal voor diver-
se belastingen worden hieronder getoond.
PRE OUT/POWER IN-aansluitingen (EXT PRE IN)
PRE OUT
Met deze aansluitingen is het mogelijk het voorversterkergedeelte
afzonderlijk te gebruiken.
● Het signaal aan deze aansluitingen wordt altijd uitgevoerd, ongeacht de
instelling van de EXT PRE-toets.
● De uitgangen kunnen worden gebruikt voor de aansluiting van een tweede
vermogensversterker voor bi-amp aansturing.
✽
Bi-amp aansturing is het gebruik van afzonderlijke vermogensversterkers
voor het lage en het midden/hoge frequentiebereik.
POWER IN (EXT PRE IN)
Met deze aansluitingen is het mogelijk het vermogensversterkergedeelte
afzonderlijk te gebruiken.
● Wanneer de EXT PRE-toets op “ON” staat voor het scheiden van de
voorversterker en de vermogensversterker van de E-350, dienen deze
aansluitingen als ingangsaansluitingen van de vermogensversterker.
Veranderen van geluidsbron, instellen van het volume en andere
voorversterkerfuncties moeten via de aangesloten apparatuur gebeuren.
CD/LINE INPUTS (BALANCED) – Symmetrische ingangen
Dit zijn ingangen voor een symmetrische aansluiting die extern geïndu ceer-
de ruis uitsluit. De ingangen aanvaarden het signaal van elke com ponent
met symmetrische uitgangen, zoals een CD-speler of een tuner.
A: Aarde
B: Geïnverteerd (–)
C: Niet-geïnverteerd (+)
● Symmetrische audiokabels van Accuphase zijn los verkrijgbaar.
VOLUME – Volumeregelaar
Het luisterniveau wordt verhoogd door deze regelaar in wijzerzin te
draaien. De regelaar kan ook met behulp van de afstandsbediening
RC-200 bediend worden.
Opmerking:
Zet de volumeregelaar altijd in de minimumstand wanneer u de instelling van
de EXT PRE-toets wijzigt, wanneer u programmabronnen wijzigt en wanneer
u de spanning in- en uitschakelt.
4
4
6
5
7
9
10
12
Displaygedeelte
De bedieningsstand van de verschillende toetsen en regelaars wordt
getoond door de aan/uit-stand van de lampjes op dit paneel.
INPUT SELECTOR – Ingangskeuzeschakelaar
Dient om de verschillende programmabronnen te kiezen die zijn aange-
sloten op de ingangen op het achterpaneel. U kunt ook de overeenkomsti-
ge toetsen op de afstandsbediening RC-200 gebruiken.
TUNER, CD, LINE 1, 2
Voor het selecteren van audiocomponenten die zijn aangesloten op de
conventionele ongebalanceerde ingangen (voor ongebalanceerde audiokabels
met tulpstekkers) op het achterpaneel.
CD-BAL, LINE-BAL
Voor het selecteren van audiocomponenten die zijn aangesloten op
gebalanceerde ingangen (voor gebalanceerde audiokabels) op het
achterpaneel.
OPTION 1, 2
Kiest componenten die zijn aangesloten op de optionele kaarten in de OPTION
1- en OPTION 2-gleuven op het achterpaneel.
● Zie “Optionele kaarten” voor informatie over optionele kaarten.
✽ De INPUT SELECTOR heeft geen eindemarkering of eindstop (kan eindeloos
worden rondgedraaid).
PHONES – Hoofdtelefoonaansluiting
In deze aansluiting kan een hoofdtelefoon worden aangesloten.
✽ Wanneer u alleen door een hoofdtelefoon wilt luisteren, dan zet u de
SPEAKERS-toets op OFF.
✽ Stel het luisterniveau in met de hoofdvolumeregelaar.
✽ Gebruik een hoofdtelefoon met een impedantie van 8 tot 100 ohm.
Opmerking:
Wanneer de EXT PRE-toets op ON is gezet waardoor het voorversterker-
en het vermogensversterkergedeelte worden gescheiden, dan voert deze
hoofdtelefoonaansluiting hetzelfde signaal als het vermogensversterkergedeelte
van de E-350. Het volume moet dan worden ingesteld op de externe
voorversterker.
13
14
15
De meters zijn piekniveaumeters, waardoor ze in staat zijn de snelle veranderingen
in amplitude en frequentie die voor muzieksignalen zo typerend zijn, nauwkeurig
te volgen. Om het afl ezen gemakkelijker te maken, is de afl ooptijd van de meters
ingesteld op een waarde die lager is dan de oplooptijd. Als de programmabron
ruis bevat of een groot aantal transiënten, is het mogelijk dat de meteraanduiding
en het met het oor waargenomen volume lichtjes van elkaar verschillen.
Infraroodsensor
De infraroodsignalen van de bijgeleverde afstandsbediening RC-200
worden door deze sensor ontvangen. Richt de zender in de richting van
Uitgangsindicatie
(dB/%)
Belasting van 4 ohm Belasting van 8 ohm Belasting van 16 ohm
0 dB: 100 % 200 W 100 W 50 W
–10 dB: 10 % 20 W 10 W 5 W
–20 dB: 1 % 2 W 1 W 500 mW
–30 dB: 0,1 % 200 mW 100 mW 50 mW
–40 dB: 0,01 % 20 mW 10 mW 5 mW
20
21
19
INPUTS: TUNER, CD, LINE 1, LINE 2 – Lijnniveau-ingangen
Dit zijn conventionele asymmetrische lijningangsaansluitingen.
22
23
SPEAKERS-aansluitingen (A, B)
Twee paar luidsprekers kunnen op de aansluitingen A en B worden
aangesloten.
✽ Gebruik luidsprekers met een nominale impedantie van 4 tot 16 ohm.
✽ Wanneer u twee paar luidsprekers tegelijk gebruikt, kiest u luidsprekers met
een nominale impedantie van 8 of 16 ohm.
✽ Om de luidsprekers door middel van twee luidsprekerkabels dubbel te
bedraden, moeten de kabels voor het lage frequentiebereik en het midden/hoge
frequentiebereik apart op de aansluitingen A en B worden aangesloten.
Netingang
Sluit het bijgeleverde netsnoer op deze aansluiting aan en steek de
stekker in het stopcontact.
24
Wat is AAVA-II?
De E-350 heeft een innoverende volumeregelaar, de zogenaamde AAVA-II
(Accuphase Analog Vari-gain Amplifi er-II). Het werkingsprincipe van deze
regelaar is totaal verschillend van de conventionele regelaars met weerstan-
den. Bij AAVA-II wordt het muzieksignaal verzwaard in 16 trappen en wordt
een stroomschakelcircuit gebruikt om het signaal te selecteren waardoor
het volume verandert.
Voor de bediening zelf wordt een conventionele draaiende volumeregelaar
gebruikt. Wanneer u aan de
18
VOLUME-knop draait, wordt de stand
ervan door het regelcircuit gedetecteerd en worden 16 stroomschakelaars
overeenkomstig op ON of OFF gezet.
Opmerking:
Wanneer u luidsprekers met hoog rendement gebruikt, hoort u mogelijk een
geluid dat veroorzaakt wordt door de werking van de stroomschakelaar bij
het draaien aan de VOLUME-knop. Dit wijst niet op een defect.
16
17
Lampje aan Bedieningsstand
RECORDER
Recorder-keuzeschakelaar: 1, 2 (weergave met de recorder)
REC ON RECORDER-keuzeschakelaar: SOURCE 1, 2 (opname is mogelijk)
EXT PRE
EXT PRE-toets: ON
(voorversterker en vermogensversterker zijn gescheiden)
MC MC/MM-toets: MC
MONO MONO-toets: ON (monobediening is gekozen)
COMP COMP-toets: ON (loudness-instelling is gekozen)
TONE BASS, TREBLE: toonregelaars zijn ingeschakeld
ATTENUATOR
ATTENUATOR-toets: ON (dempingsfunctie is ingeschakeld)
18