• Meng geen verschillende soorten
wasmiddelen.
• Gebruik minder wasmiddel als:
– je een kleine lading wast,
– het wasgoed licht vervuild is,
– er grote hoeveelheden schuim zijn
tijdens het wassen.
• Wanneer je wasmiddeltabs of -pods
gebruikt, plaats deze dan altijd in de
trommel, niet in het
wasmiddeldoseerbakje en volg de
aanbevelingen van de fabrikant op.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot de
volgende dingen:
• onbevredigende wasresultaten,
• het wasgoed dat grijs wordt,
• vettige kleding,
• schimmel in het apparaat.
Overmatig wasmiddel kan leiden tot de
volgende dingen:
• schuimen,
• verminderd waseffect,
• ontoereikend spoelen,
• een grotere impact op het milieu.
13.5 Alarmcodes en mogelijke storingen
Het apparaat start niet of stopt tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie
tabellen).
WAARSCHUWING!
Voordat je controles uitvoert, moet je de stekker uit het stopcontact trekken.
Probleem Mogelijke oplossing
Het apparaat wordt niet goed
gevuld met water.
• Controleer of de waterkraan geopend is.
• Controleer of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem voor deze
informatie contact op met je plaatselijke waterleidingbedrijf.
• Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
• Controleer of er geen knikken, beschadigingen of bochten in de watertoe‐
voerslang aanwezig zijn.
• Zorg ervoor dat de aansluiting van de watertoevoerslang correct is.
de machine geen water weg‐
pompt,
• Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
• Controleer of de afvoerslang geen knikken of bochten heeft.
• Zorg ervoor dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig het filter indien nodig.
Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
• Zorg ervoor dat de aansluiting van de afvoerslang correct is.
• Stel het afvoerprogramma in als je een programma instelt zonder afvoerfase.
• Stel het afvoerprogramma in als je een optie instelt die eindigt met water in de
kuip.
De deur is open of niet goed
gesloten.
• Controleer of de deur goed gesloten is.
Interne fout. Geen communi‐
catie tussen de elektronische
elementen van het apparaat.
• Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is te vroeg gestopt.
Schakel het apparaat uit en weer aan.
• Als de alarmcode weer wordt weergegeven, neem je contact op met een er‐
kende servicedienst.
NEDERLANDS 33