UW GASKOOKPLAAT
NL 6 NL 7
Ontsteken en instellen
Elke brander kan traploos worden geregeld tussen vol- en kleinstand.
1. 0-stand
2. Branderaanduiding
3. Kleinstand
4. Volstand
Bediening
Druk de bedieningsknop in en draai hem linksom.
De brander ontsteekt.
Houd de bedieningsknop ongeveer 5 seconden ingedrukt om de
vlambeveiliging in te schakelen.
BEDIENING
Ontsteken en instellen
Waar u op moet letten
Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het gebruik. U
Houd natuurlijke ventilatieopeningen open. º
Bij langdurig gebruik van de kookplaat is extra ventilatie º
noodzakelijk. Zet bijvoorbeeld een raam open of installeer een
mechanische ventilator.
Gebruik de kookplaat alleen voor het bereiden van gerechten. U
Het toestel is niet geschikt om ruimtes te verwarmen. º
Flambeer nooit onder een afzuigkap. U
Door de hoge vlammen kan brand ontstaan, ook bij een º
uitgeschakelde ventilator.
De branderdelen zijn heet tijdens en direct na het gebruik. U
Vermijd directe aanraking en contact met niet-hittebestendige º
materialen.
Dompel hete branderdoppen en pandragers nooit onder º
in koud water. Door de snelle afkoeling kan het emaille
beschadigen.
De afstand van de pan tot een knop of niet-hittebestendige wand U
moet altijd groter zijn dan twee centimeter.
Bij kleinere afstanden kunnen door de hoge temperatuur de º
knoppen of de wand verkleuren en/of vervormen.
Gebruik altijd de pandragers en geschikt kookgerei. U
Plaats de pan altijd op de pandrager. Het plaatsen van de pan º
direct op de branderdop kan tot gevaarlijke situaties leiden.
Aluminium bakjes of folie zijn niet geschikt als kookgerei. Ze º
kunnen inbranden op de branderdoppen en pandragers.
Plaatsen van branderdelen en pandragers. U
De kookplaat kan alleen goed functioneren wanneer de º
branderdelen via de geleidingsnokken in elkaar zijn gezet.
Zorg ervoor dat de pandragers recht tegen elkaar en vlak op º
de RVS-vangschaal liggen. Alleen op deze manier kunnen de
pannen stabiel geplaatst worden.
Veiligheidsvoorschriften
1
3
2
4