1. Veiligheid
Voorkoming v an schade aa n het a pparaat
• De FLM is ontworpen v oor gebruik met een specifiek type lamp (behuizing). Raadpleeg de installatie-instructies voor het juiste
type.
•Alsdeluchtfilters niet regelmatig w orden vervangen, kan de luchtstroom binnenin de projector verstoord raken waardoor over-
verhitting kan optreden. Ov erverhitting kan ervoor zorgen dat de projec tor tijdens de werking w ordt uitgeschakeld.
• Het apparaat moet altijd worden bediend m et alle afdekplaten bevestigd, ten einde het behoud van een goede luchtstroming te
garanderen en ervoor te zorgen dat het apparaat voldoet aan de vereisten voor elektromagnetische compatibiliteit (E MC) en
veiligheid.
• Sleuven en openingen in de behuizing zijn aangebracht voor v entilatie. Deze openingen mogen niet worden geblokkeerd of
bedekt, om een betrouwbare werking van het product te garanderen en om het product te be schermen tegen oververhitting.
De openingen mogen nooit worden geblokkeerd door het apparaat op een bed, sofa, kleed of so ortgelijke ondergrond te plaat-
sen. Dit apparaat mag nooit vlakbij of boven een rad iator of warmterooster worden geplaatst. Dit apparaat mag niet in een
inbouwinstallatie of om sluiting wo rden geplaatst, tenzij voldoende ventilatie aanwe zig is.
• Zorg er voor dat de ventilatieopeningen onder en rond de projector niet geblokkeerd worden en dat lucht onder de projector
door kan stromen. Losse vellen papier of andere objecten moeten zich op een afstand van ten minste 10 centimeter van de
projector bevinden.
• Het apparaat moet altijd zodanig worden geplaatst dat lucht ongehinderd via de v entilatieope
ningen naar binnen kan stromen
en dat de hete lucht van het koelsysteem ongehinderd naar buiten kan strom en. Plaats geen hittegevoelige materialen in het
pad van de luchtafvoer. Zorg v oor een veiligheidszone van ten minste 1 m eter aan de achterkant van de p rojector.
• Zorg ervoor dat geen v loeistoffen op de projector wordt gem orst en dat niets in de projector terechtkomt. Schakel indien dit wel
gebeurt direct het appara at uit en koppel de stroom toevoer los. Bedien de projector niet voordat het apparaat is gecontroleerd
door een bevoegd onderhoudstechnicus.
• Raadpleeg een professionele bouwtechnicus wanneer u van plan bent deze projector voor plafondmontage te gebruiken. Con-
troleer altijd of het gewicht van de pro jector binnen de belastingslimiet van de structuur valt.
• Gebruik deze apparatuur niet in de buurt van water.
• Voorzichtig met laserstralen: Ex tra voorzichtigheid moet in acht wo
rden genomen wanneer DLP-projectoren worden gebruikt
in dezelfde ruimte als krachtige laserapparatuur. Directe of indirecte lichtinval van een laserstraal in de lens k an de Digital
Mirror D evices
TM
ernstig beschadigen en leiden tot verlies van garantie.
• Plaats een FLM noo it in rechtstreeks zonlicht. Inval van zonlicht in de lens kan de Digital Mirror Devices
TM
ernstig beschadigen
en leiden tot verlies van garantie.
• Bewaar het oorspronkelijke v erpakkingsmateriaal. Dit kan w orden gebruikt wanneer u de apparatuur moet vervoeren. Vo or
maximale bes cherming moet u de set op dezelfde manier verpakken als in de fabriek.
• Koppel dit product los van het stopcontact v oordat u het reinigt. Gebruik geen vloeibare schoonmaakmiddelen of spuitbussen.
Gebruik een vochtige doek om te reinigen. Gebruik nooit sterke op losmiddelen, zoals thinner of benzine, en gebruik geen
schuurmiddelen, omdat deze de behuizing kunnen beschadigen. Hardnekkig vuil kan worden verwijderd met een doek die licht
is bevochtigd met een m ild schoonmaa kmiddel.
• Voor de a llerhoogste optische prestaties en resolutie zijn de projectielenzen sp eciaal behandeld m et een anti-reflectie coating;
raak de lens dus niet aan. Gebruik een zachte, drog
e doek om stof van de lens te verwijderen. Gebruik geen vochtige doek,
schoonmaakmiddel of thinner.
• Geschatte max imale om gevingstem peratuur, t
a
=40°C.
• De behuizing van de lamp moet worden v ervangen als deze is beschadigd of vervormd door de hitte.
Exploderen van de batterij voorkomen
• Bij onjuiste plaatsing van de batterij bestaat explosiegevaar.
• Vervang de batterij uitsluitend door een batterij van hetzelfde type of ee n gelijkwaardig type da t door de fabrikant wordt aange-
raden.
• Werp batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant.
Brandgevaar voorkomen
• Waarschuwing voor brandgevaar. Plaats geen ontvlambare of brandbare m aterialen in de b uurt van de projec tor!
Deze projector straalt bij normale werking hitte uit via de externe oppervlakken en de ventilatieopeningen. Dit is normaal en
veilig. Plaatsing van ontvlambare of br
andbare materialen in de nabijheid van deze projector kan sp ontane ontbranding van
dit materiaal tot gevolg hebben, waardo or brand kan on tstaan. Het is da arom absoluut n oodzake lijk om een veilige zone ron-
dom de externe oppervlakken van de projector te handhaven waarin geen ontvlambare of brandbare m aterialen aanwezig z ijn.
Deze veiligheidszone moet ten minste
40 c m bedragen. De veiligheidszone aan de zijde van de lens moet ten minste 2 meter
bedragen.
• Bedek de projector of de lens niet met enig materiaal terwijl de projector in werking is.
• Monteer het ap paraat op een goed geventileerde plaats, op afstand van ontvlambare materialen en buiten het bere ik van recht-
streeks zonlicht.
• Stel de projector no oit bloot aan regen of vocht.
• Gebruik in geval van brand zand, CO
2
of b
randblussers met poeder. Gebruik nooit water om elektrisch vuur te d oven.
• Dit apparaat m ag nooit vlakbij of boven een radiator of warmterooster worden gep laatst.
• Deze projector m ag niet in een inbouwinstallatie of oms luiting worden geplaatst, tenzij vo ldoende ventilatie aanwezig is.
• De ruimte waarin het apparaat wordt gebruikt, moet goed geventileerd of gekoeld zijn om opbouw van hitte te voorkomen.
4
R59770281NL FLM SERIES 11/07/2008