88 XENYX UFX1604 Quick Start Guide 89
XENYX UFX1604 Bediening
(NL)
Stap 2: Bediening
(1) XLR gebalanceerde ingang.
(2) LINE/HI-Z ingang.
(3) LINE/HI-Z knop. Wanneer de HI-Z modus is
ingeschakeld, kun je je gitaar of bas direct op
deze ingang aansluiten zonder een externe
direct input (D.I.) box te gebruiken.
(4) +48 V fantoomvoeding wordt gebruikt
voor condensatormicrofoons die tussen 9 V
DC en 48 V DC voeding nodig hebben om te
functioneren.
(5) LOW CUT knop ltert frequenties onder 80 Hz.
(6) GAIN knop past de gevoeligheid van de MIC en
LINE/HI-Z ingangen aan.
(7) SEND stelt je in staat om je invoersignaal naar
FireWire/USB pre of post EQ te routeren.
(8) COMP(RESSOR) knop past de hoeveelheid
compressie-eect op het kanaal aan.
(9) EQ knoppen passen de HOGE, HOOG MID, LAAG
MID en LAGE frequenties van het kanaal aan.
(10) EQ knop schakelt de EQ-sectie in en uit.
(11) AUX / FX A en FX B knoppen passen aan
hoeveel van het signaal van het kanaal naar
de AUX SEND-aansluitingen en/of de interne
FX-processors wordt gestuurd.
(12) PAN knop positioneert het signaal van het
kanaal in het stereoveld.
(13) MUTE knop verwijdert het kanaal uit de MAIN
MIX en stuurt het naar de ALT 3-4 bus.
(14) SOLO knop stuurt het kanaalsignaal naar de
solo-bus (Solo in Place) of naar de PFL-bus
(Pre-Fader Listen).
(15) LEVEL METER toont het invoersignaalniveau
van het kanaal.
(16) CHANNEL FADER past het volumeniveau van
het kanaal aan.
(17) LINE IN linker- en rechter-
ingangsaansluitingen voor mono- of
stereosignalen.
(18) LINE/FW 1-2 (3-4) knop maakt het mogelijk
om het signaal van een computer via
FireWire/USB naar deze kanalen te routeren
en te regelen via de EQ- en AUX- en Fader-
functies.
Let op: Alle FireWire (FW) routingschakelaars
werken voor USB-connectiviteit met een
computer en voor de USB-standalone modus,
afhankelijk van hoe je de MODE-selector (50)
hebt ingesteld.
(19) 4-bands EQ voor de stereokanalen.
(20) BAL(ANCE) knop regelt het relatieve volume
van de linker- en rechteringangssignalen
voordat ze naar de stereohoofdmixbus
worden geleid.
(21) CONTROL ROOM OUT-aansluitingen dragen
de samengevoegde eecten en hoofdmix-
signalen, evenals gesoleerde kanaalsignalen.
(22) MAIN OUT-aansluitingen voor het aansluiten
van lijnniveausignaal op actieve luidsprekers
of externe versterker.
(23) ALT 3-4 OUT-aansluitingen voor het aansluiten
van het lijnniveausignaal van een alternatieve
stereomix op een opnameapparaat, actieve
luidsprekers of externe versterker. Kan ook
worden gebruikt voor onderverdeling.
(24) CD/TAPE IN en OUT voor het aansluiten
van een stereobron of voor het verzenden
van het hoofdsignaal naar een extern
opnameapparaat.
(25) PHONES-aansluitingen voor het aansluiten
van koptelefoons.
(26) INPUT level meters tonen de signaalintensiteit
van de invoer naar de FX A- of FX B-bus.
(27) FX A eectknop selecteert welk eect wordt
toegepast op het signaal (hetzelfde voor FX B).
(28) EDIT knop past de belangrijkste parameter
van het eect aan.
(29) FX ON-knop schakelt het eect in en uit.
(30) De TAP/SELECT-knop voert twee functies
uit. Raak de knop meerdere keren aan
in het tempo van het muziekstuk om de
vertragingstijd van presets 9 en 15 of de
modulatiesnelheid van presets 10-12 aan
te passen. De knop gaat knipperen in het
overeenkomstige tempo. De TAP/SELECT-
knop verandert ook de kenmerken van de
tweede parameter op presets 1-8, 13-14
en 16. Door op de knop te drukken, kun je
schakelen tussen twee verschillende waarden
(licht uit/aan) voor de tweede parameter.
(31) FW/USB LED geeft aan dat de computer
is aangesloten (op basis van de
selectieschakelaar op het achterpaneel).
(32) VU METER toont het signaalniveau van de
MAIN OUTPUT.
(33) MODE-knop bepaalt of de SOLO-knop werkt in
'Solo in Place' (knop uit) of 'Pre-Fader Listen'
(knop ingedrukt). PFL wordt aanbevolen voor
het instellen van het niveau.
(34) PHONES-knop regelt het volumeniveau van de
PHONES-aansluitingen.
(35) CONTROL RM-knop regelt het volume van de
CONTROL ROOM OUT-aansluitingen.
(36) SOURCE monitoring selectieknoppen sturen
het signaal naar de CONTROL RM/PHONES-
aansluitingen (linkerkolom) of de MAIN MIX
(rechterkolom).
(37) PRE/POST fader selectieknoppen voor alle
4 AUX SEND-bussen.
(38) AUX SEND 1-2 naar FW 13-14 schakelaar
schakelt mixerkanalen 13-14 uit voor
verzending via FireWire/USB, zodat AUX SEND
1-2 naar een computer kan worden geleid
(voor opname, enz.).
(39) Bestemmingsroutingschakelaars voor AUX
RETURN 3-bronsignaal.
(40) Bestemmingsroutingschakelaar voor AUX
RETURN 4 (naar MAIN bus of CONTROL
ROOM/PHONES bus).
(41) MUTE-, SOLO- en output LEVEL-knoppen voor
het ALT 3-4-bus.
(42) Assign to FW 15-16 schakelaar stuurt het
MAIN MIX-signaal via FireWire/USB naar de
computer of externe USB-drive wanneer deze
is ingeschakeld. Wanneer uitgeschakeld,
kunnen mixerkanalen 15-16 via FireWire/USB
worden verzonden.
(43) PRE/POST-schakelaar stuurt het MAIN
MIX-signaal naar FireWire/USB voor of na
de hoofdregelaar (vereist dat de schakelaar
ASSIGN TO FW 15-16 is ingeschakeld).
(44) TALKBACK MIC (ingebouwd), LEVEL-knop
(past het volume van de TALKBACK-microfoon
aan), DESTINATION-schakelaars en TALK-knop
(ingedrukt houden tijdens het spreken).
(45) 16-TRACK USB DRIVE RECORDER/MIDI
TRANSPORT CONTROL voor gebruik
tijdens verbinding met een computer via
FireWire of USB als een MIDI MACHINE
CONTROL. Ook gebruikt in STAND ALONE
MODE voor het bedienen van de interne
USB-opnamemogelijkheden.
(46) MAIN MIX stereoschuif regelt de algehele
uitvoer van de mixer.
(47) POWER ON zet de mixer aan.
(48) USB DRIVE-aansluiting voor gebruik met
externe USB-harde schijven (aanbevolen) of
usb-sticks in STAND ALONE-modus.
(49) USB-aansluiting voor verbinding met
een computer.
(50) MODE-selector switch.
(51) FireWire-aansluiting voor verbinding met
een computer.
(52) MAIN OUTPUTS voor het verzenden van
MAIN MIX via gebalanceerde XLR-kabels.
(53) AUX(ILIARY) SENDS routeren de
4 hulpbussignalen via gebalanceerde of
ongebalanceerde ¼"-kabels.
(54) CHANNEL INSERTS stellen u in staat externe
eecten aan te sluiten op de individuele
kanalen (1-8) PRE-FADER en PRE-EQ.
(55) AUX(ILIARY) RETURNS stellen u in staat
een stereoeectsignaal dat via een AUX
SEND-aansluiting is gerouteerd, door een
processor is gegaan, terug te brengen naar de
aangewezen hulpbus. Deze inputs kunnen ook
worden gebruikt om extra lijnbronnen aan te
sluiten, zoals keyboards.