2 Nederlands
De lamp gebruiken
De lamp in-/uitschakelen en de Automatische dimmodus openen
• Blokkeer de lichtsensor van de lamp niet. Anders functioneert de
Automatische dimmodus niet correct.
• Als de Automatische dimmodus wordt ingeschakeld, controleert de
lamp het omgevingslicht en past de lamp automatisch de instellingen
van helderheid en kleurtemperatuur aan.
• De Automatische dimmodus wordt automatisch gesloten en de
indicator van Automatische dimmodus gaat uit als u de helderheid of
kleurtemperatuur handmatig aanpast.
• In situaties met veel statische elektriciteit kan de lamp uit veiligheidsoogpunt automatisch de
Automatische dimmodus activeren.
Helderheid en kleurtemperatuur handmatig aanpassen
Als de stroomtoevoer plotseling wordt onderbroken, herstelt de lamp, als de stroom wordt
hersteld, de instellingen naar de toestand voordat de stroomuitval plaatsvond.
• Als de lamp was ingeschakeld tijdens de stroomonderbreking, wordt de lamp automatisch
ingeschakeld als de stroomtoevoer wordt hersteld en worden de helderheid en
kleurtemperatuur voor de stroomonderbreking onthouden.
• Als de lamp uit was tijdens de stroomonderbrekning, blijft de lamp uit als de stroomtoevoer
wordt hersteld.
De lamp in-/uitschakelen
Schakel de lamp in door de aan/uitknop van de lamp aan te raken.
Schakel de lamp uit door nogmaals de aan/uitknop aan te raken.
Automatische dimmodus openen
Open de Automatische dimmodus door de Automatische
dimmodus-knop op de lamp aan te raken wanneer de lamp is
ingeschakeld. De indicator van de Automatische dimmodus gaat
branden. De Automatische dimmodus past de helderheid van de
lamp automatisch aan op basis van het omgevingslicht en
optimaliseert de instelling van de kleurtemperatuur.
Indicator van
Automatische
dimmodus
Helderheid aanpassen
• Wanneer de lamp is ingeschakeld, raakt u de knop voor het
aanpassen van de helderheid op de lamp aan. Telkens wanneer
u de knop aanraakt, wordt de helderheid gewijzigd. U kunt kiezen
uit 15 helderheidsniveaus.
• U kunt de helderheid ook aanpassen door de aanpassingsknop van
de helderheid aangeraakt te houden. De helderheid van de
lamp verandert dan gelijkmatig en wanneer het gewenste niveau is
bereikt, laat u de knop los.
Kleurtemperatuur aanpassen
• Wanneer de lamp is ingeschakeld, raakt u de knop voor het
aanpassen van de kleurtemperatuur op de lamp aan. Telkens
wanneer u de knop aanraakt, wordt de kleurtemperatuur
gewijzigd. U kunt uit 8 kleurtemperatuurinstellingen kiezen: 6500K
(daglicht), 5700K (koel wit), 5000K, 4500K (neutraal wit), 4000K,
3500K (warm wit), 3000K en 2700K (zacht wit).
• U kunt de kleurtemperatuur ook aanpassen door de
aanpassingsknop van de kleurtemperatuur aangeraakt te
houden. De kleurtemperatuur van de lamp verandert dan
gelijkmatig en wanneer de gewenste instelling is bereikt, laat u de
knop los.