NL
169
– Leg het apparaat veilig weg, met het tank-
deksel (11) naar boven gericht.
– Vóór het openen evt. tankdeksel en
vulsteun reinigen.
– Tankdop langzaam opendraaien en ver-
wijderen.
– Vul voorzichtig zaagkettingolie bij. Niet
morsen!
– Oliepeil op kijkglas (7) aflezen. Het olie-
peil moet tussen [MIN] en [MAX] staan.
– Draai het tankdeksel met de hand vast.
– Als er een beetje zaagkettingolie is
gemorst: veeg de olie direct op.
Bediening
Veiligheidsinrichtingen
Het apparaat beschikt over meerdere veilig-
heidsinrichtingen die het risico op verwondin-
gen tijdens het werken verlagen:
Velkam
De velkam maakt het mogelijk om het motor-
blok op het hout te bevestigen bij trekkend
zagen. Hierdoor wordt een ongecontroleerde
terugslag van de zaag bemoeilijkt. Daarnaast
kan druk op de zaagketting worden uitgeoe-
fend als gevolg van de hefboomwerking.
Kettingvanger
De kettingvanger dient om een gebroken of
uit de geleiding gesprongen ketting op te van-
gen. Door een regelmatig onderhoud van het
zaagblad en een correct en regelmatig aan-
spannen van de ketting kunnen dergelijke
ongevallen worden voorkomen.
Achterste handbescherming
De achterste handbescherming dient om de
hand te beschermen tegen een eventueel
losschietende ketting en tegen storende tak-
ken.
Vóór de start controleren!
Controleer de veiligheidsinrichtingen en de
veilige toestand van het apparaat:
– Controleer of alle onderdelen goed vast-
zitten.
– Controleer op lekkages.
– Controleer of er zichtbare gebreken zijn:
gebroken onderdelen, scheuren etc.
– Controleer het apparaat op een correcte
kettingspanning.
– Controleer de werking van de kettingrem.
Verlengkabel aanbrengen
► P. 4, punt 7
– De stekker van het apparaat in het kop-
pelstuk van het verlengsnoer steken.
– Verlengkabel zoals afgebeeld door
trekontlasting (14) trekken.
In-/uitschakelen
► P. 5, punt 8
– Houd het toestel met beide handen vast.
– De handbescherming (9) moet naar ach-
ter worden geklapt.
– Inschakelen: Druk de inschakelblokke-
ring (12) en in-/uitschakelaar (13) tegelij-
kertijd in.
– Uitschakelen: laat de in- en uitschake-
laar (13) los.
GEVAAR! Gevaar voor letsel! Het
apparaat mag alleen in gebruik wor-
den genomen als er geen gebreken
gevonden zijn. Wanneer een onder-
deel defect is, moet het in elk geval
voorafgaand aan het volgende
gebruik worden vervangen.