NEDERLANDS
40
INHOUDSOPGAVE pag.
1. ALGEMEEN
40
2. RICHTLIJNEN
40
2.1. Gekwalificeerd technisch personeel
40
2.2. Veiligheid
40
2.3. Verantwoordelijkheid
40
3. INSTALLATIE
40
4. ELEKTRISCHE AANSLUITING
41
5. START
41
5.6. Controle afstelling drukschakelaars pompbediening
42
6. INSTRUCTIES VOOR HET BEDRIJF VAN DE GROEP
43
7. AFSTELLINGEN VAN DE GROEP
43
7.1. Afstelling drukschakelaars
43
8. ONDERHOUD
44
8.2. Het opsporen en verhelpen van storingen
44
1.
ALGEMEEN
Lees deze documentatie aandachtig door alvorens over te gaan tot de installatie.
De installatie en de functionering dienen te voldoen aan de veiligheidsvoorschriften van het land waar het product
geïnstalleerd wordt. Alle werkzaamheden dienen volgens de juiste technische regels te worden uitgevoerd en uitsluitend door
gekwalificeerd technisch personeel te worden verricht (paragraaf 2.1.), dat beschikt over de door de huidige
voorschriften gevraagde vereisten. Het veronachtzamen van de veiligheidsvoorschriften kan persoonlijk letsel en schade
aan de apparatuur tot gevolg hebben en doet bovendien de garantie vervallen.
Dit handboek zorgvuldig bewaren, om het ook na de installatie nog te kunnen raadplegen.
2.
RICHTLIJNEN
2.1.
Gekwalificeerd technisch personeel
Het is noodzakelijk de installatie uit te laten voeren door competent en gekwalificeerd personeel, dat
beschikt over de technische kennis die vereist wordt door de specifieke, geldende voorschriften op dit
gebied.
Onder gekwalificeerd personeel verstaat men personen die op grond van hun vorming, ervaring en opleiding
en op grond van hun kennis van de betreffende normen, voorschriften, maatregelen voor het voorkomen van
ongevallen en van de bedrijfsomstandigheden, door de verantwoordelijke voor de veiligheid van de installatie
zijn geautoriseerd om alle noodzakelijke werkzaamheden te verrichten en die bij het uitvoeren van deze
werkzaamheden elk gevaar weten te herkennen en vermijden (definitie technisch personeel IEC 60634).
Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder kinderen) met beperkte lichamelijke,
sensoriële of mentale vermogens, of die onvoldoende ervaring of kennis ervan hebben, tenzij zij bij het gebruik
van het apparaat onder toezicht staan van of geïnstrueerd worden door iemand die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid. Kinderen moeten in het oog gehouden worden om erop toe te zien dat ze niet met het apparaat spelen.
2.2.
Veiligheid
De pomp mag alleen gebruikt worden indien het elektrische systeem beschikt over de veiligheidsinrichtingen die worden
voorgeschreven door de geldende richtlijnen in het land waar het product geïnstalleerd wordt (voor Italië is dit CEI 64/2).
2.3.
Verantwoordelijkheid
De fabrikant is niet aansprakelijk voor de goede functionering van de groep of voor eventuele
schade die door de groep wordt veroorzaakt, indien deze onklaar gemaakt of gewijzigd is en/of
indien men de groep buiten het aanbevolen werkbereik laat functioneren of zonder de hulp van
onze bedienings- en beveiligingspanelen.
De fabrikant aanvaardt daarnaast geen enkele aansprakelijkheid voor mogelijke
onnauwkeurigheden in dit instructiehandboek indien deze te wijten zijn aan druk- of
transcriptiefouten. De fabrikant behoudt zich het recht voor die wijzigingen aan de producten
aan te brengen die hij noodzakelijk of nuttig acht, zonder hiermee de fundamentele
eigenschappen van de producten te veranderen.
3.
INSTALLATIE
3.1.
De groep moet worden geïnstalleerd op een goed geventileerde plek, beschermd tegen de
weersomstandigheden en met een omgevingstemperatuur niet hoger dan 40°C (afb. 1).
Stel de groep zodanig op dat eventuele onderhoudswerkzaamheden zonder moeite kunnen worden
uitgevoerd.
3.2.
Verzeker u ervan dat de leidingen van de installatie op autonome wijze ondersteund zijn en niet met hun
gewicht op de collectors van de groep rusten, om vervormingen of breuk van componenten te voorkomen
(afb. 2).
Het is bovendien raadzaam bij de aansluiting van de collectors op de installatie trildempende koppelingen
aan te brengen.