Denon DRM-595 - Page 47

NEDERLANDS
47
BENAMING EN FUNKTIES ONDEREDELEN
q
Spanningsschakelaar ( ¢ ON £ STANDBY)
• Druk deze toets eenmaal in om de netspanning van het cassettedeck
in te schakelen; druk de toets opnieuw in om het cassettedeck stand-
by te zetten.
• Na inschakelen blijft het deck onge 2 sekonden in de standby mode
(niet operatief).
w
Uitwerptoets (EJECT 5 )
• Op deze toets drukken voor het uitwerpen van de cassette. Wanneer
het deck in werking is (de band loopt), dient eerst de stoptoets (
2
STOP) te worden ingedrukt voor het stoppen van de bandloop, en
pas daarna de uitwerptoets (EJECT
5).
e
Schakelklok-schakelaar (TIMER)
• Deze schakelaar is voorzien voor gebruik met een audioschakelklok
(los verkrijgbaar) voor opnemen tijdens uw afwezigheid of voor
ontwaken met muziek (wekkerfunctie).
• Voor normale bediening zonder gebruik van een schakelklok, dient
deze schakelaar op “OFF” to staan. Zie pagina 52.
r
Deksel van cassettekompartiment
• Is dit deksel niet goed gesloten, dan kan het mechanisme voor veilig
transport niet functioneren.
t
Afstandsbedieningssensor (REMOTE SENSOR)
• De afstandsbediening is niet bijgeleverd bij het cassettedeck.
• De weergave-, snel vooruitspoel-, terugspoel-, stop, opnamepauze en
opname/opnamedempings- funkties kan u op afstand gebruiken
m.b.v. de draadloze afstandsbediening van de ontvanger (ontvanger
van de DRA-reeks). Voor meer bijzonderheden verwijzen wij u naar
de gebruikshandleiding van de DRA-reeks.
y
Display
u
Dolby-ruisonderdrukkingsschakelaar (DOLBY NR)
• Zet deze schakelaar op “B” of “C” om banden op te nemen of weer
te geven met Dolby ruisonderdrukking B of C. Schakel hem uit
(“OFF”) wanneer u het Dolby-ruisonderdrukkingssysteem niet
gebruikt.
i
Omkeerstandschakelaar (REV. MODE)
• Kies het typ van bandtransport. De omkeerstand kan op (één
kant), (doorlopende weergave) worden ingesteld.
!7
Bandtransportregelaars
o
Geheugentoets (MEMORY)
• Wanneer deze toets wordt ingedrukt terwiji de band in de
voorrwaartse ( ), richting loopt, zal het snel terugspolen (
6 )
(REW) automatisch stoppen bij de “‚‚‚‚” bandtellerstand.
•
Wanneer deze toets wordt ingedruket terwijl de band in
achterwaartse ( ), richting loopt, zal het snel vooruitspoelen
(
7 ) (FF) automatisch stoppen bij de “‚‚‚‚”
bandtellerstand. Zie pagina 51.
!0
Nulsteltoets (RESET)
• Door op deze toets te drukken wordt de bandteller op nul teruggezet.
!1
MPX FILTER toets (MPX)
• U dient gebruik te maken van de MPX FILTER toets (MPX), wanneer
u opnamen van FM stereo programma's wilt maken met inschakeling
van het Dolby NR circuit, ter voorkoming van storingen.
• Wilt u echter opnamen maken van andere programmabronnen
(behalve dus FM stereo) met inschakeling van het Dolby NR
systeem, dan dient de toets in de “OFF” positie te blijven staar.
!2
Ingangsniveauregelaar (INPUT LEVEL)
• Voor het instellen van het opname-ingangsniveau. De niveaus van de
linker- en rechterkanalen kunnen gelijktijdig gewijzigd worden. Zie
pagina 50.
!3
Balansregelaar (BALANCE)
• Voor het instellen van de opnameniveaubalans de linker-en
rechterkanalen. Door naar links to verdrallien wordt het niveau van
het rechterkanaal verlaagd en door naar rechts te verdraaien dat van
het linkerkanaal.
!4
Bias-fijnregelaar (BIAS FINE)
(Bij gebruik van NORMAL, CrO2 en METAL band)
• De bias instellen volgens de bandkarakteristieken. Normale
biasinstelling wordt verkregen door de regelaar in de klikpositie in het
midden te zetten. Zie pagina 50.
!5
Niveauregelaar hoofdtelefoon (PHONE LEVEL)
• Met deze knop wordt het uitgangsniveau van de hoofdtelefoon
ingesteld. De niveaus van het linker en het rechter kanaal kunnen
tegelijk worden veranderd.
!6
Hoofdtelefoonaansluiting (PHONES)
• Voor prive genieten van uw favoriete muziek zonder anderen te
storen, of voor meeluisteren tijdens opnemen, wordt de
hoofdtelefoon op de aansluitingen aangesloten. De impedantie dient
tussen 8 en 1200 Ω/Ohm te liggen.
PLAY
2 STOP
6
7
3
REC PAUSE
0 1
4
Weergavetoets
Stoptoets
Terugspoeltoets
Vooruitspoeltoets
Opname pauzetoets
Richtingtoets
Opname-
/opnamedempingstoets
Indrukken voor afspelen van een band.
Voor stoppen van bandloop.
Voor terugspoelen van band.
Voor vooruitspoelen van band.
Druk op deze toets om de opnamepauzestand in te schakelen vanuit de opnamestand of de
opnamedempingsstand. Deze toets kan enkel worden gebruikt tijdens de opname.
Verandert de richting van het bandtransport van vooruit “
1” naar achteruit “0”, en vice versa.
Druk tegelijk op de Opname/opnamedempingstoets (REC/REC MUTE) (
4 ) en de weergavetoets
(PLAY) om de opname te starten. Als enkel op de Opname/opnamedempingstoets (REC/REC
MUTE) (
4 ) wordt gedrukt, wordt het deck in de opnamepauzestand geschakeld. Door deze toets
in te drukken in de opnamepauzestand begint de automatische opnamedemping en wordt een stille
interval van 5 seconden opgenomen op de band.
Waarschuwing:
Als de spanningsschakelaar in de STANDBY-stand staat, blijft het apparaat
toch aangesloten op de netspanning.
Trek daarom het snoer eruit, als u bijvoorbeeld met vakantie gaat.