NEDERLANDS
50
OPNEMEN
• Schakel het bronsapparaat (tuner, versterker, enz.) in.
• Zet de bandmonitorschakelaar op uw versterker of receiver in de SOURCE
positie.
1. Zet de spanningsschakelaar in de positie
¢ ON.
2. Leg de cassetteband in.
(Kontroleer of de wispreventienokjes van de cassettekast niet zijn
afgebroken.)
3. Verander de stand van de Dolby-ruisonderdrukkingsschakelaar (DOLBY NR)
en kies het type Dolby ruisonderdrukking dat overeenkomt met de
opname.
4. Druk de richtingtoets (
01) in om de richting van het bandtransport te
kezen.
5. Kies het type bandtransport met de omkeerstandschakelaar (REV. MODE).
Mode
Om slechts op één kant op te
nemen
Om doorlopend op te nemen op
beide kanten
Schakelaarstand
6. Druk de opname/opnamedempingstoets (REC/REC MUTE) ( 4 ) in om de
opnamepauzestand in the schakelen. De
43- indikator licht op.
7. Stel het opnameniveau in met de ingangsniveauregelaar (INPUT LEVEL)
terwijl u de piekniveaumeter bekijkt.
8. Druk de weergavetoets (PLAY) in om de opname te starten.
De weergave ( of ) en de
4 -indikator lichten op tijdens het
opnemen.
9. Druk de opnamepauzetoets (
3 REC PAUSE) in om de opname tijdelijk te
onderbreken. Druk de weergavetoets (PLAY) n om de opname te
hervatten.
10. Druk de stoptoets (
2 STOP) in om de opname te stoppen.
Attentie:
• Druk altijd op de stoptoets (
2 STOP) om de opname te stoppen voordat u
de spanning uitschakelt of het netsnoer uittrekt.
• Pas ervoor op waardevolle opnamen niet per vergissing te wissen. Die kan
worden voorkomen door op de volgende twee punten te letten:
1. Wanneer de weergavetoets (PLAY) wordt ingedrukt en de
4 RECORD
indikator is verlicht, wordt opnemen op de band gestart.
2. Wanneer de weergavetoets (PLAY) en do opname/opnamedempings
(REC/REC MUTE) (
4 ), toetsen gelijktijdig worden ingedrukt, wordt
opnemen op de band gestart.
Het per ongeluk wissen kunt u best vermijden door de twee
wispreventienokjes op de cassette af te breken.
2 INSTELLEN VAN HET JUISTE OPNAMENIVEAU
Een te hoog opnameniveau kan de band verzadigen en vervormingen
veroorzaken. Aan de andere kant worden de lage passages gestoord,
wanneer het opnameniveau te laag is. Een juist opnameniveau is met name
de belangrijste factor voor het verkrijgen van een goede opnamekwaliteit.
REGELING VAN DE HELDERHEID
Bij de DRM-595 kunt u de helderheid van de display in zeven stappen regelen.
Om de display helderder te maken, drukt u op de vooruitspoeltoets (
7 ) van terwijl u de stoptoets ( 2 STOP) van ingedrukt houdt.
Om de display donkerder te maken, drukt u op de terugspoeltoets (
6 ) terwijl u de stoptoets ( 2 STOP) ingedrukt houdt.
De display is standaard ingesteld op maximum helderheid.
2 INSTELLEN VAN DE OPNAMEBIAS
Voor de beste resultaten zijn meeluisteren tijdens het opnemen en met
elkaar vergelijken van uw opnamen van wezenlijk belang.
De DRM-595 is uitgerust met een bias-fijnregelaar (BIAS FINE) voor het
vergemakkelijken van het instellen van de juiste bias voor de verschillende
in de handel verkrijgbare soorten en merken banden. In de
middenstoppositie is het deck ingesteld op een standaard biasniveau voor
NORMAL, CrO
2 en METAL banden. Wanneer echter in het
opnameresultaat te veel of te weinig hoge frequenties voorkomen, verdient
afstelling van de bias-fijnregelaar (BIAS FINE) aanbeveling voor het
verkrijgen van betere resultaten.
Wenst u de hogere frequenties te versterken (treble), dan wordt de bias-
fijnregelaar (BIAS FINE) naar links verdraaid voor het verzwakken van de
biasstroom. Wanneer het voorkomen van vervormingen voor u van meer
belang is dan de hoogfrequente karakteristiek, dan wordt de regelaar naar
rechts verdraaid voor het versterken van de biasstroom. Het gebruik van
deze regelaar maakt dus opnamen mogelijk met de karakteristieken die
overeenkomen met uw persoonlijke smaak.
2 OPNAME/OPNAMEDEMPING, OPNANE-PAUZE TOETS
(REC/REC MUTE, REC PAUSE)
1. Wanneer u in de opname mode een stil interval van ongeveer 5 sekonden
op de band wenst aan te brengen;
Druk u op de opname/opnamedempingstoets (REC/REC MUTE) (
4 ). Het
deck zal dan automatisch een stil interval van ongeveer 5 sekonden op de
band aanbrengen en vervolgens in de opnamestandby mode komen.
2. Wanneer u vanuit de standby mode een stil interval van ongeveer 5
sekonden op de band wilt aanbrengen:
Druk u op de opname/opnamedempingstoets (REC/REC MUTE) (
4 ). Het
deck komt dan in de opname-dempingsmode en brengt automatisch een
stil interval van ongeveer 5 sekonden op de band aan en komt vervolgens
weer terug in de standby mode.
3. Wanneer u de opname-dempingsmode wenst te annuleren:
Drukt u even op de opname pauzetoets (
3 REC PAUSE). Het deck
annuleet dan de opname-dempingsmode, maar blijft in de standby-mode.
4. Wanneer u de opname-dempingsmode met 5 sekonde of langer wenst te
verlengen:
Drukt op de opname/opnamedempingstoets (REC/REC MUTE) (
4 ). Het
stille interval op de band wordt dan automatisch met ongeveer 5 sekonden
verlangd.