NEDERLANDS
43
Gebruik (Afb.A)
VOORZICHTIG: Controleer dat het bevestigingsmateriaal en/
of systeem het niveau van het koppel dat door het gereedschap
wordt gegenereerd, aankan. Een overmaat aan koppel kan breuk
veroorzaken en mogelijk persoonlijkletsel.
1. Plaats het accessoire op de kop van het
bevestigingsmateriaal. Houd het gereedschap recht op het
bevestigingsmateriaalgericht.
2. Start het gereedschap door op de schakelaar voor variabele
snelheid/Aan/uit-schakelaar
1
te drukken. Laat de schakelaar
voor variabele snelheid/Aan/uit-schakelaar los als u de werking
wilt stoppen. Controleer het aanhaalmoment altijd met een
momentsleutel, omdat bij het bevestigingskoppel vele factoren
een rol spelen,waaronder:
- Voltage: Laag voltage, als gevolg van een bijna lege batterij,
zal het bevestigingskoppel doenafnemen.
- Omvang van het accessoire: Als u niet een accessoire van
de juiste afmeting gebruikt, zal dat een vermindering van het
bevestigingskoppel tot gevolghebben.
Juiste handpositie (Afb.E)
WAARSCHUWING: Beperk het risico op ernstig
persoonlijk letsel, plaats ALTIJD uw handen in de juiste positie,
zoalsafgebeeld.
WAARSCHUWING: Beperk het risico van ernstig persoonlijk
letsel, houd het gereedschap ALTIJD stevig vast, zodat u bent
voorbereid op een plotselingeterugslag.
Voor een juiste positie van de handen zet u één hand op de
hoofdhandgreep
4
.
Werklicht (Afb.A, D)
Het werklicht
7
wordt ingeschakeld wanneer de schakelaar
variabele snelheid
1
wordt ingedrukt. U kunt door de e
werklidhtschakelaar
8
herhaaldelijk in te drukken de standen
Verlichting laag, Verlichting hoog en Verlichting uitdoorlopen.
OPMERKING: Het werklicht is bedoeld voor het verlichten
van het werkoppervlak in de onmiddellijke nabijheid en
het is niet de bedoeling dat u het licht gebruikt zoals u een
zaklantaarngebruikt.
Knop vooruit/achteruit (Afb.A)
De knop vooruit/achteruit
2
bepaalt de richting waarin het
gereedschap draait en dient ook alsvergrendelingknop.
Om vooruit draaien te kiezen laat u de trekkerschakelaar los en
drukt u de vooruit/achteruit knop aan de rechterkant van het
gereedschapin.
Om achteruit draaien te kiezen laat u de trekkerschakelaar los
en drukt u de vooruit/achteruit knop aan de linkerkant van het
gereedschapin.
De middenpositie van de controleknop vergrendelt het
gereedschap in de ‘uit’ stand. Zorg ervoor dat u de trekker
loslaat als u de stand van de controleknopwijzigt.
OPMERKING: De eerste keer als het gereedschap draait
nadat de draairichting is gewijzigd, hoort u misschien een klik
bij het opstarten. Dit is normaal en betekent niet dat er een
probleemis.
Schakelaar voor variabele snelheid Aan/Uit (Afb.A)
U kunt het gereedschap in werking zetten door de Aan/
Uit-schakelaar in te knijpen
1
. U kunt het gereedschap
uitschakelen door de Aan/Uit-schakelaar los te laten. Uw
gereedschap is voorzien van een rem. Het aambeeld stopt
wanneer u de Aan/Uit-schakelaar geheel loslaat. Met de
schakelaar voor variabele snelheid kunt u de beste snelheid voor
een bepaalde toepassing selecteren. Hoe verder u de schakelaar
inknijpt, des te sneller werkt het gereedschap. Gebruik de
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de
veiligheidsinstructies en van toepassing zijndevoorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, zet u het gereedschap uit en
ontkoppelt u de accu, voordat u enige aanpassing maakt
of hulpstukken of accessoires verwijdert/installeert. Het
onbedoeld opstarten kan letselveroorzaken.
variabele snelheid alleen als u begint te boren of schroeven, dat
komt de levensduur van het gereedschap zeer tengoede.
OPMERKING: U kunt het gereedschap beter niet voortdurend
in het variabele snelheidsbereik gebruiken. Hierdoor kan de
schakelaar beschadigd raken en u kunt het betervermijden.
Standenselectie (Afb. A, D)
Uw gereedschap is uitgerust met een standenkeuzeschakelaar
9
waarmee u een van de drie snelheden of de Precision Wrench™-
stand kunt selecteren. Selecteer de stand op basis van het vereiste
toerental/koppel en regel de snelheid van het gereedschap met
de variabele snelheidsschakelaar
1
.
Precision Wrench™ (Afb.D)
Behalve de standen voor normale slagwerking, is dit
gereedschap voorzien van de stand Precision Wrench™ die de
gebruiker meer controle geeft bij toepassingen op het gebied
van vast- en losdraaien. Indien in voorwaartse richting ingesteld,
zal het gereedschap vastzetten bij 1200TPM tot de slagwerking
begint. Het gereedschap zal dan 0,75 seconden wachten tot
de slagkracht wordt ingezet op 1890 IPM (DCF961)/ 2015 IPM
(DCF964), zodat de gebruiker meer controle heeft en er minder
kans is dat het bevestigingsmateriaal te vast wordt gezet of
wordt beschadigd.
Indien in achterwaartse richting ingesteld, zal het gereedschap
de slagkracht inzetten bij een normale snelheid en een waarde
van 1890 IPM (DCF961)/ 2015 IPM (DCF964). Wanneer het
gereedschap detecteert dat het bevestigingsmateriaal los is
gekomen, zal het de slagwerking uitschakelen en de snelheid
laten afnemen zodat losraken van bouten of onderdelen wordt
voorkomen.
Specificaties
DCF961 DCF964
Mode Application RPM RPM
Precision
Wrench™‑stand
Precision
Wrench™
0–1200 vooruit
0–550 achteruit
0–1200 vooruit
0–550 achteruit
Stand Laag Normale
slagfunctie
0–440 vooruit
0–1200 achteruit
0–440 vooruit
0–1200 achteruit
Gemiddelde stand Gemiddelde
slagwerking
0–800 vooruit
0–1200 achteruit
0–575 vooruit
0–1200 achteruit
Stand Hoog* Slagkracht bij
Hoge Snelheid
0–1200 vooruit
0–1200 achteruit
0–1200 vooruit
0–1200 achteruit
*Na 4 seconden slagwerking, verhoogt de DCF961/DCF964 het
vermogen automatisch om te helpen bij het losmaken van hardnekkig
bevestigingsmateriaal.