5. Technische gegevens
BT-BD 401
Nominale ingangsspanning 230V ~ 50 Hz
Nominaal vermogen 350 watt
Bedrijfsmodus S2 15 min.
Motortoerental 1400 t/min.
Uitgangstoerental 580 –2650 t/min.
Snelheidstrappen 5
Boorkophouder B 16
Tandkransboorhouder Ø 1,5 - 13 mm
Maximale schachtdiameter 13 mm
Vlucht 104 mm
Boordiepte 50 mm
Kolomdiameter 46 mm
Hoogte 590 mm
Gewicht 18 kg
Geluidsdrukniveau L
pA
61,5 dB (A)
Geluidsvermogen L
WA
74,5 dB (A)
Onzekerheid K
pA
3 dB
Onzekerheid K
WA
3 dB
BT-BD 501
Nominale ingangsspanning 230V ~ 50 Hz
Nominaal vermogen 500 watt
Bedrijfsmodus S2 15 min.
Motortoerental 1400 t/min.
Uitgangstoerental 280 –2350 t/min
Snelheidstrappen 9
Boorkophouder B 16
Tandkransboorhouder Ø 3 - 16 mm
Maximale schachtdiameter 16 mm
Vlucht 115 mm
Boordiepte 50 mm
Kolomdiameter 46 mm
Hoogte 650 mm
Gewicht 21,5 kg
Geluidsdrukniveau L
pA
61,5 dB (A)
Geluidsvermogen L
WA
74,5 dB (A)
Onzekerheid K
pA
3 dB
Onzekerheid K
WA
3 dB
Geluid en vibratie
De geluids- en vibratiewaarden werden bepaald
volgens EN 61029.
Inschakelduur:
De inschakelduur S2 15 min (kortstondig bedrijf)
betekent dat de motor met het nominale vermogen
van 350/500 W enkel voor de tijd (15 min) vermeld op
het kenplaatje voortdurend mag worden belast.
Anders zou hij ontoelaatbaar warm worden. Tijdens
de pauze koelt de motor weer af op zijn
oorspronkelijke temperatuur.
“De waarden vermeld in de tabel zijn emissiewaarden
en komen niet meteen noodzakelijk overeen met de
geluidswaarden gemeten op de werkplaats. Hoewel
er een correlatie bestaat tussen emissie- en
immissiewaarden kan er niet zeker uit worden
opgemaakt of al dan niet bijkomende
voorzorgsmaatregelen vereist zijn. Medebepalende
factoren die het momenteel op de werkplaats
voorhanden zijnde immissiepeil kunnen beïnvloeden
zijn o.a. de duur van de geluidsinwerking, de
karakteristieke gesteldheid van de werkruimte,
andere geluidsbronnen etc. b.v. het aantal machines
en andere in de buurt plaats hebbende processen.
De betrouwbare werkplaatswaarden kunnen evenwel
van land tot land variëren. Deze informatie zal echter
de gebruiker in staat stellen, gevaar en risico beter te
kunnen beoordelen.”
6. Vóór ingebruikneming
6.1. Montage van de machine
Machinevoet (1) plaatsen
Montageflens met kolom (2) op de machinevoet
(1) bevestigen d.m.v. drie schroeven (3) en
moerplaatjes.
Boortafel (4) met boortafelhouder de kolom (2) op
schuiven (fig. 4). Zet de boortafel in de gewenste
stand vast m.b.v. de klemschroef (5).
Boorkop (6) met v-snaarafdekking (7) en motor
(8) op de boorkolom plaatsen en bevestigen
d.m.v. de inbusschroeven (20).
Drie hendels (9) aan het aanzethandkruis
schroeven.
Aanwijzing: Als bescherming tegen corrosie zijn alle
blanke onderdelen ingevet. Vóór u de boorhouder
(10) op de spil (11) plaatst moet u de beide
onderdelen helemaal van vet ontdoen m.b.v. een
milieuvriendelijk oplosmiddel teneinde een optimale
krachtoverbrenging te verzekeren.
51
NL