104 / NL
Omschrijving
De systeeminterface is een regeleenheid voor de verwar-
mingsinstallatie die kan worden gebruikt als kamerthermo-
staat en/of als installatie-interface voor de monitoring van de
belangrijkste gegevens over de werking van de installatie en
de invoer van de gewenste instellingen.
Glossarium
Zone: een verwarmingsinstallatie kan ingedeeld zijn in
meerdere gebieden die hydraulische onafhankelijk zijn van
de vermelde zones. Iedere zone kan autonoom een warmte/
koelvraag genereren voor de warmtegenerator. Een gebouw
kan bijvoorbeeld ingedeeld zijn in een zone met stralende
panelen en een zone met radiatoren.
Tijdsperiode: door de geprogrammeerde bedrijfsmodus
voor een zone te selecteren, kan een profiel voor tijdspro-
grammering worden gedefinieerd. De tijdsintervallen waar-
in de tijdsprogrammering is ingedeeld, zijn de bedoelde
periodes, en voor iedere periode kan een richttemperatuur
(setpoint) worden gedefinieerd op basis van de tijdsprogram-
meringsmodus ingesteld tijdens de configuratie van het sys-
teem.
Dagelijkse tijdsprogrammering met 2 niveaus: met de
tijdsprogrammering met 2 niveaus kan het programmerings-
profiel worden onderverdeeld in maximaal 4 comfortperio-
des en 4 gereduceerde temperatuurperiodes binnen 24 uur.
Dagelijkse tijdsprogrammering met meerdere niveaus:
in de tijdsprogrammering met meerdere niveaus, die alleen
beschikbaar is bij producten die vooraf voor deze modaliteit
zijn toegerust, kunnen tot 12 dagelijkse periodes worden ge-
definieerd, en voor elk daarvan kan een specifieke richttem-
peratuurwaarde worden ingesteld.
Menunavigatie
De interface is voorzien van een kleurenscherm, een schake-
laar en twee toetsen.
Om in de menu’s van de interface te navigeren, gebruikt u de
toets "Menu" (A), de schakelaar (B) en de toets "Terug" (C).
–
Toets "Menu" (A): door hierop te drukken, komt u in het
hoofdmenu.
– Draai aan
de schakelaar (B) om de volgende functies
uit te voeren:
– De cursor verplaatsen tussen de selecteerbare
items op het scherm.
– De instelwaarden voor een specifieke functie of
parameter doorbladeren.
– Druk op
de schakelaar (B) om de volgende functies uit
te voeren:
– De selecteerbare items op het scherm weergeven.
– De instelwaarden voor een specifieke functie of
parameter bevestigen.
–
Met de toets "Terug" (C) kunt u de volgende functies
uitvoeren:
– Terugkeren naar het voorgaande menu of subme-
nu.
– De invoer van een instelwaarde voor een specifie-
ke functie of parameter annuleren.
ABC
Afb. 1
To Next Page
Loading...