Elcometer 215 - De Sondes Aansluiten

De maximale registreerperiode hangt af van het aantal gebruikte
sondes en de gespecificeerde registreertijd.
Het loginterval aanpassen:
1 Als de logger in de ruststand staat, drukt u op de toets ‘Func’ om
deze te wekken.
2 Druk herhaaldelijk op de toets ‘Func’ tot ‘INTERVAL’ wordt getoond.
3 Houd de toets ‘Set’ ongeveer 5 seconden ingedrukt terwijl ‘Hold
to change’ wordt getoond.
4 Stel de gewenste logperiode in met behulp van de toetsen ‘Sel’
en ‘Set’.
5 Druk op de toets ‘Func’ om het menu te verlaten.
®
U kunt het loginterval ook instellen in ElcoMaster en overzetten naar
®
de datalogger, zie Appendix A ‘ElcoMaster gebruiken’ op pagina nl-13
voor meer informatie.
3.7 DE SONDES AANSLUITEN
De Elcometer 215 heeft zes ingangen
(kanalen) voor K-type temperatuursondes.
Sluit sondes aan via de opeenvolgende
aansluitingen beginnend bij kanaal 1,
gevolgd door kanaal 2 enz.
Elke sondeplug heeft een brede en een smalle pen. Zorg dat u de plug
correct positioneert als u deze aansluit.
Om per kanaal de details van de aangesloten sondes te bekijken drukt
u op de toets ‘Func’ tot ‘METER’ wordt getoond. Druk vervolgens
herhaaldelijk op de toets ‘Sel’ om de opeenvolgende sondes te tonen.
Als er geen sonde is aangesloten, wordt de tekst ‘open’ getoond.
Opmerking: De Elcometer 215 wordt niet geleverd met K-type temperatuursondes – de
sondes moet u afzonderlijk bestellen, zie Sectie 5.1 ‘Temperatuursondes’
op pagina nl-9.
Opmerking: Met een optionele set sonde-identificatietags kunt u aangeven aan welk
kanaal een sonde is toegewezen, zie Sectie 5.2 ‘Sonde-identificatietags’
on page nl-10.
3 AAN DE SLAG (vervolg)
www.elcometer.com
nl-5
R