4.1 VOORDAT U BEGINT
1 Stel de logger in, zie Sectie 3.2 tot 3.6 op pagina nl-3.
2 Sluit de sondes aan, zie Sectie 3.7 op pagina nl-5.
3 Plaats de logger in het koellichaam (indien nodig) en de thermoafsluiting.
4.2 HET LOGGEN STARTEN
De Elcometer 215 kan 260.000 metingen opslaan in maximaal 8
productiegangen.
Het loggen starten:
1 Als de logger in de ruststand staat, drukt u op de toets ‘Func’ om
deze te wekken.
2 Druk herhaaldelijk op de toets ‘Func’ tot ‘LOG no runs’ wordt getoond.
3 Houd de toets ‘Set’ ongeveer 5 seconden ingedrukt terwijl ‘Hold to
change’ wordt getoond. Het loggen wordt gestart.
®
Via ElcoMaster kunt u de logger voorprogrammeren zodat deze direct
start met loggen zodra u de toets ‘Set’ ingedrukt hebt gehouden; na een
ingestelde periode; wanneer een ingestelde temperatuur wordt bereikt of
als de mate waarin de temperatuur toeneemt boven een ingestelde
waarde komt – zie Appendix A: Sectie A.2 ‘Een instellingenbestand
aanmaken’ op pagina nl-14 voor meer informatie.
4.3 HET LOGGEN STOPPEN
Het loggen stopt als de maximale looptijd wordt bereikt tenzij de logger
®
vooraf is geprogrammeerd via ElcoMaster om te stoppen na een
ingestelde periode of als de temperatuur onder een ingestelde waarde
valt, zie Appendix A: Section A.2 ‘Een instellingenbestand aanmaken’ op
pagina nl-14 voor meer informatie.
4 DE LOGGER GEBRUIKEN
www.elcometer.com
nl-7
R