B
Tik de originelen op een vlakke ondergrond om
de randen mooi gelijk te maken.
C
Verschuif de zijgeleider in de automatische
documentinvoer.
D
Plaats de originelen in de automatische
documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven en de korte zijde eerst.
E
Verschuif de zijgeleider tot deze op gelijke
hoogte met de originelen komt.
F
Controleer of het lampje van de ADF op het
configuratiescherm brandt.
Opmerking:
❏ Het lampje van de ADF kan uit blijven als er nog
originelen op de glasplaat liggen. Als u in dat geval
op x drukt, wordt het origineel op de glasplaat
gekopieerd, gescand of gefaxt in plaats van de
originelen in de ADF.
❏ Het lampje van de ADF gaat niet branden als het
apparaat in de slaapstand staat. Klik op een
willekeurige knop, maar niet op P, zodat de
slaapstand wordt opgeheven. Nadat de slaapstand is
opgeheven, kan het even duren voordat het lampje
gaat branden.
❏ Pas op dat er geen vreemde voorwerpen in het gat in
de linkerhoek aan de voorkant van de glasplaat
terechtkomen. Dit kan de werking van de ADF
schaden.
❏ Wanneer u de kopieerfunctie met de automatische
documentinvoer (ADF) gebruikt, worden de
afdrukinstellingen vastgelegd op Vergroten/
verkleinen — Ware grootte, Pap.soort — Gewoon
pap. en Pap.form. — A4/Legal. Als u een origineel
groter dan A4-/Legal-formaat kopieert, wordt de
afdruk bijgesneden.
Glasplaat
A
Open het deksel en plaats uw origineel op de
glasplaat met de afdrukzijde naar beneden.
Basishandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
8