Nederlands (NL)
68
3. Starten
Vóór het starten moet de aansluiting gemaakt zijn en de DIP-
schakelaar ingesteld zijn overeenkomstig 2.3 Aansluiting van de
LC 107 éénpompsturing, 2.4 Aansluiting van de LCD 107 twee-
pompensturing en 2.5 De LC 107 en LCD 107 instellen.
Het starten moet gebeuren door bevoegd personeel.
Ga als volgt te werk:
1. Controleer of de peilmeters aangesloten werden volgens de
illustraties op pagina 95 of 96.
2. Controleer of de pompingang ondergedompeld is in de vloei-
stof die moet worden verpompt.
3. Stel het/de motorbeveiligingsrelais in op de nominale stroom-
sterkte die vermeld staat op de kenplaat van de motor.
4. Schakel de stroom in.
Alleen voor driefasige pompen: Controleer of de fasevolg-
orde juist is (de pomp(en) kan (kunnen) niet worden gestart
als de fasevolgorde verkeerd is!).
5. Start de pomp(en), zie sectie 4.2 Resetknop en ON-OFF-
AUTO-keuzeschakelaar - LC 107 éénpompsturing of
5.2 Resetknop en ON-OFF-AUTO-keuzeschakelaar -
LCD 107 tweepompensturing.
6. Controleer of de pomp(en) niet droogloopt/niet drooglopen.
Het risico voor drooglopen kan uitgeschakeld worden door
een nieuwe tijdinstelling met de DIP-schakelaar (schakelaars
5, 6 en 7) volgens sectie 2.5 De LC 107 en LCD 107 instellen
en/of door de peilmeter te verplaatsen.
7. Alleen voor driefasige pompen: Controleer of de draairich-
ting van de pomp juist is volgens de montage- en bedienings-
instructies van de betrokken pomp.
8. Kies de vereiste werkingsmodus met de ON-OFF-AUTO-keu-
zeschakelaar, zie sectie 4.2 Resetknop en ON-OFF-AUTO-
keuzeschakelaar - LC 107 éénpompsturing of 5.2 Resetknop
en ON-OFF-AUTO-keuzeschakelaar - LCD 107 tweepompen-
sturing.
4. Werking en functies - LC 107 éénpompsturing
Afbeelding 4 toont het bedieningspaneel van de CU 211-module.
Afb. 4
Verklaring van de symbolen in afb. 4:
Waarschuwing
Voor het werken aan pompen voor vloeistoffen die
risico's kunnen inhouden voor de gezondheid, moe-
ten pompen, putten, enz. grondig worden gereinigd
en verlucht volgens de plaatselijke reglementerin-
gen.
Alvorens de LC/D 107 aan te sluiten of alvorens te
werken aan pompen, putten, enz., moet gecontro-
leerd worden of de stroomtoevoer onderbroken werd,
en moet ervoor gezorgd worden dat deze per onge-
luk niet opnieuw kan worden ingeschakeld.
TM01 4860 3703
Pos. Omschrijving
1
Groene verklikkerlamp, geeft de startvertraging aan
(flikkert) en de werking van de pomp (blijft branden).
2
Rode verklikkerlamp, geeft een pompstoring aan.
Knippert: Storing in PTC weerstand/thermo schakelaar
Aan: Fout in de motorbeveiliging.
3
Rode verklikkerlamp, geeft een verkeerde fasevolgorde
aan (alleen voor driefasige pompen).
4 Rode verklikkerlamp, geeft een algemeen alarm aan.
5
ON-OFF-AUTO-keuzeschakelaar, drie standen, zie sec-
tie 4.2 Resetknop en ON-OFF-AUTO-keuzeschakelaar -
LC 107 éénpompsturing.
7
Resetknop, drukknop voor het manueel terugstellen van
de alarmsignalen naar de externe alarmtoestellen en de
ingebouwde zoemer, zie sectie 4.2 Resetknop en ON-
OFF-AUTO-keuzeschakelaar - LC 107 éénpompsturing.
8
Oranje verklikkerlamp, wordt in werking gesteld door de
onderste peilmeter. Geeft het vloeistofpeil aan voor het
starten/stilleggen van de pomp.
10
3 oranje verklikkerlampen, worden in werking gesteld
door de bovenste peilmeter. Bij hoog alarm knippert de
bovenste verklikkerlamp en blijven de twee andere
oranje branden.
11
Groene verklikkerlamp, geeft aan dat de stroom inge-
schakeld is.
To Next Page
Loading...
Need help?
General
