Nederlands (NL)
427
6.4 Beschrijving van storingsmeldingen
Als een storing optreedt, dan wordt het symbool zichtbaar, wordt een hoorbaar alarm gegeven door de zoemer en wordt de storings-
code met 14 karakters in het display weergegeven. Als de storing automatisch is gereset en de code niet langer zichtbaar is, open dan
het storingslogboek om het type storing te zien (zie afb. 13). Als u het storingslogboek verlaat, dan verdwijnt het symbool .
De laatste 20 storingen worden opgeslagen in het storingslogboek als storingscodes. De betekenis van de storingscodes staat beschre-
ven in de onderstaande tabel:
Storings-
code
Betekenis
Weergegeven
tekst
Knipperende
symbolen
Resetten van
storingsmel-
dingen
Omschrijving
Auto Handm
F001
Storing in fasenvolg-
orde
F001 ●
(Alleen voor driefasenpompen)
De fasenvolgorde tussen regelkaart en voedingspanning is
verkeerd. Zie afb. 14.
F002 Eén fase ontbreekt F002 ●●
(Alleen voor driefasenpompen)
Eén fase ontbreekt.
F003
Hoog vloeistofni-
veau
F003 ●●
Het vloeistofniveau is hoog in verhouding tot de vooraf inge-
stelde waarde.
F004 Sensorstoring SENSOR - ●●Sensorsignaal buiten bereik of weg.
F005
Te hoge tempera-
tuur, pomp 1
TEMP ●●
Thermische schakelaars van de motor die zijn aangesloten
op de regelaar schakelen pomp 1 uit in geval van oververhit-
ting.
F006
Te hoge tempera-
tuur, pomp 2
TEMP ●●
Thermische schakelaars van de motor die zijn aangesloten
op de regelaar schakelen pomp 2 uit in geval van oververhit-
ting.
F007
Te hoge stroom,
pomp 1
F009 ●
Pomp 1 wordt uitgeschakeld als een te hoge stroom wordt
gemeten gedurende een bepaalde tijdsduur (blokkeringsbe-
veiliging).
F008
Te hoge stroom,
pomp 2
F010 ●
Pomp 2 wordt uitgeschakeld als een te hoge stroom wordt
gemeten gedurende een bepaalde tijdsduur (blokkeringsbe-
veiliging).
F009
Te lage stroom,
pomp 1
F011 ●●
Pomp 1 wordt uitgeschakeld als een te lage stroom wordt
gemeten gedurende een bepaalde tijdsduur (droogloopbe-
veiliging).
F010
Te lage stroom,
pomp 2
F012 ●●
Pomp 2 wordt uitgeschakeld als een te lage stroom wordt
gemeten gedurende een bepaalde tijdsduur (droogloopbe-
veiliging).
F011
Bedrijfstijd over-
schreden, pomp 1
F013 ●●
Pomp 1 wordt uitgeschakeld als de normale bedrijfstijd van
de pomp is overschreden, d.w.z. vanwege ontluchtingspro-
blemen van het pomphuis, gesloten persklep (vergeten te
openen na service/onderhoud), vergeten terug te schakelen
naar automatische modus, als de ON-OFF-AUTO-schake-
laar op "ON" staat voor service/onderhoud. Een daaropvol-
gend noodbedrijf begint en schakelt de pomp automatisch uit
tot de regelaar een normaal uitschakelsignaal van de sensor
krijgt. De regelaar schakelt dan terug naar normaal bedrijf.
F012
Bedrijfstijd over-
schreden, pomp 2
F014 ●●
Pomp 2 wordt uitgeschakeld als de normale bedrijfstijd van
de pomp is overschreden, d.w.z. vanwege ontluchtingspro-
blemen van het pomphuis, gesloten persklep (vergeten te
openen na service/onderhoud), vergeten terug te schakelen
naar automatische modus, als de ON-OFF-AUTO-schake-
laar op "ON" staat voor service/onderhoud. Een daaropvol-
gend noodbedrijf begint en schakelt de pomp automatisch uit
tot de regelaar een normaal uitschakelsignaal van de sensor
krijgt. De regelaar schakelt dan terug naar normaal bedrijf.
F013 Externe storing EXT - ●
Een externe niveauschakelaar kan worden aangesloten op
de regelaar om een alarm te geven wanneer de kelder buiten
de opvoerinstallatie is overstroomd door grondwater of water
uit een gesprongen waterleiding.
F014 Batterijstoring BAT - ●●De batterij is leeg en moet worden vervangen.
F015
Relais of geleider
opent niet, pomp 1
RELAY ●
Pomp 1 ontvangt een signaal om uit te schakelen, maar rea-
geert niet. Deze situatie wordt gedetecteerd via stroomme-
ting.
F016
Relais of geleider
sluit niet, pomp 1
RELAY
Pomp 1 ontvangt een signaal om in te schakelen, maar rea-
geert niet. Deze situatie wordt gedetecteerd via stroomme-
ting.