NL
105
Het opvangreservoir (14) en het filterreservoir (16) moeten regelmatig (om de 14 da-
gen) of indien nodig vaker worden geleegd, gereinigd en onder heet water worden
uitgespoeld.
Het condensatiefilter (4), het opvangreservoir (14) en het vetfilter (17) kunnen in de
vaatwasser worden gereinigd.
Als het vetfilter circa 40 uur is gebruikt, wordt met het knipperen van de weergave (1)
op het bedieningspaneel erop gewezen dat dit filter moet worden gereinigd.Als het
vetfilter is gereinigd, plaatst u het weer terug en reset u de vetfiltermelder weer door
op RESET te drukken. Daarbij moet de afzuiging zich in de modus
'ON' bevinden. Daarvoor drukt u het pictogram 'A' minstens 3 secon-
den lang in tot het pictogram '1' niet meer knippert.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
eventuele verkleuring door het gebruik van agressief reini-
gingsmiddel.
Let op: gebruik geen meerfasenreiniger. Reinig het filter niet in een
industriële vaatwasser. Reiniging met agressieve reinigingsmiddelen
zoals benzine, aceton en trichlooretheen kan tot beschadiging leiden.
max. 55°C
Filter reinigen
Omdat dit filter niet kan worden gereinigd, moet het na 12 maanden tot uur is vervan-
gen. Dit filter moet eerder worden vervangen als het reinigingsvermogen van het filter
afneemt (dat is te merken doordat de afzuiging niet meer op vol vermogen werkt of de
luchtkwaliteit in de ruimte niet meer acceptabel is).
Geen regeneratie mogelijk !
Periodiek vervangen van het actievekool-fijnstoffilter
Filter plaatsen
- Open het deksel van het
filterreservoir (16).
- Plaats het vet- en actievekoolfilter
(17+18) in de volgorde die op de
afbeelding is aangegeven.
- Schuif het filterreservoir (16) in de
lade (3).
- Plaats het opvangreservoir (14).
- Plaats het condensatiefilter (4)
op de positie die is afgebeeld.
FILTER WECHSELN / REINIGEN
GEBRUIKSAANWIJZING
To Next Page
Loading...
