8.5 Gebruikers-ID opnemen bij opgeslagen gegevens
Het instrument kan een gebruikersnaam (ID) registreren bij de opgeslagen gegevens. Voer meerdere
gebruikersnamen in het instrument in en selecteer vervolgens de gewenste gebruikersnaam voordat
de kalibraties of metingen worden gestart.
1. Druk op en selecteer Instellingen. De lijst met instellingen wordt weergegeven.
2. Selecteer Gebruikers.
3. Selecteer een optie.
Optie Beschrijving
Gebruiker Selecteert de gebruikersnaam. De geselecteerde gebruikersnaam wordt
weergegeven in het hoofdmenu en wordt opgeslagen bij de opgeslagen
gegevens.
Nieuwe gebruiker maken Opent een scherm om nieuwe gebruikersnamen toe te voegen.
Gebruikersnamen kunnen letters en cijfers bevatten.
Gebruikers verwijderen Verwijdert gebruikersnamen.
Hoofdstuk 9 Meterinstellingen
Voltooi de volgende stappen om de algemene instellingen voor de meter te wijzigen.
Opmerking: Wachtwoordbeveiliging kan toegang tot sommige menu's verhinderen. Raadpleeg de online
gebruikershandleiding voor informatie over toegangscontrole.
1. Druk op en selecteer Instellingen. De lijst met instellingen wordt weergegeven.
2. Selecteer een optie.
Optie Beschrijving
[Naam sensor] Verandert de sensor-specifieke instellingen voor metingen, kalibratie en verificatie.
Raadpleeg Sensor-instellingen op pagina 170 om de instellingen voor de aangesloten
sensor te wijzigen.
Meetmodus Stelt in wanneer metingen worden gestart. Opties: Druk om te lezen, Continu of Interval.
Druk om te lezen: het monster wordt alleen gemeten wanneer op Meten wordt gedrukt.
Gegevens worden automatisch in het gegevenslogboek opgeslagen wanneer aan de
stabiliteitscriteria wordt voldaan.
Interval: Het monster wordt regelmatig gemeten gedurende een gespecificeerde duur.
Gegevens worden automatisch in het gegevenslogboek opgeslagen.
Continu: De meter meet continu de monsterwaarde. Gegevens worden alleen opgeslagen
in het gegevenslogboek wanneer de gebruiker Opslaan selecteert.
Temperatuur Stelt de temperatuureenheden in op ° C of ° F.
Display Verandert de instellingen voor het scherm. Opties: Helderheid, Verlichting en Uitschakeling.
Helderheid: Verandert de intensiteit van de achtergrondverlichting. Opties: 10 tot 100%
(standaard: 50%).
Verlichting: Zet de achtergrondverlichting uit als de meter een bepaalde tijd niet wordt
gebruikt. Opties: 15 seconden, 30 seconden, 1 minuut, 5 minuten of Nooit.
Uitschakeling: hiermee wordt de meter uitgeschakeld wanneer de meter een bepaalde tijd
niet wordt gebruikt. Opties: 1 minuut, 2 minuten, 5 minuten, 10 minuten, 30 minuten, 1 uur,
2 uur of Nooit.
Geluid Stelt de meter in om een geluid te maken tijdens toetsaanslagen of meldingen. Opties:
Toetsdruk, Stabiliteitswaarschuwing, Herinnering, Foutmelding/waarschuwing of (batterij)
Opladen voltooid .
Gebruikers Selecteert een gebruiker, voegt een nieuwe gebruiker toe of verwijdert een gebruiker.
Datum-Tijd Stelt de datum / tijd-indeling, datum en tijd in de meter in.
Taal Stelt de taal in.
Nederlands 169