Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De instrumentwaarden
zijn niet stabiel.
Er zit een lek in een van de
reagenstoevoerkleppen.
Voltooi de diagnosetest voor
reagenstoevoerkleppen. Raadpleeg
Diagnosetest op reagenstoevoerventielen
op pagina 145. Als er een lek wordt
gevonden, vervangt u de betreffende
reagenstoevoerklep.
De hoeveelheid reagens die aan de
monsterkuvet wordt geleverd is
onjuist.
Voltooi de diagnosetest voor reagenstoevoer.
Raadpleeg Diagnosetest op reagenstoevoer
op pagina 145. Als de reagenstoevoer onjuist
is, controleer dan op verstoppingen in de
slangen of vervang het betreffende
magneetventiel.
Er bevinden zich luchtbellen in de
monsterkuvet.
Zoek naar luchtbellen in de monsterkuvet.
Spoel de monsterkuvet als er luchtbellen in de
kuvet aanwezig zijn. Vervang de monsterkuvet
als de meetwaarden niet stabiel worden.
Er bevinden zich luchtbellen op de
roerstaaf.
Zoek naar luchtbellen op de roerstaaf.
Vervang de roerstaaf als er luchtbellen op de
staaf aanwezig zijn.
Er zit een blauwe vlek op de
monsterkuvet.
Monsterkuvet vervangen. Gebruik de
reagentiaset met de gewijzigde R2-reagens
(citroenzuur).
De reagensdruk is
laag.
Een flessendop is niet stevig
vastgedraaid of zorgt niet voor een
goede afdichting.
Verwijder de flessendoppen. Reinig de rand
van de flessen. Controleer de binnenkant van
de flessendoppen op de aanwezigheid van
ongewenst materiaal. Draai de doppen op de
flessen stevig vast. Zorg ervoor dat de fittingen
goed afdichten boven op de flessendoppen.
Er is sprake van een lek of een
slechte afdichting in een van de
reagensflessen of slangen.
Voltooi de diagnosetest op lage reagensdruk.
Raadpleeg Diagnosetest op lage reagensdruk
op pagina 146.
Diagnosetest op reagenstoevoerventielen
1. Schakel de voeding naar de analyser uit. Houd de monster- en reagensflessen onder druk.
2. Verwijder de kap van de monsterkuvet.
3. Droog de slangen die zijn aangesloten op de kap van de monsterkuvet.
4. Houd de kap van de monsterkuvet minimaal 10 minuten boven een droge doek. Zorg ervoor dat
de slangen niet in aanraking komen met de doek.
5. Controleer na 10 minuten of er vloeistof van een slang druppelt. Als dit het geval is, zit er een lek
in het ventiel dat op de slang is aangesloten.
Diagnosetest op reagenstoevoer
1. Druk op diag en selecteer vervolgens PERFORM TEST>REAGENT DELIVERY (test
uitvoeren>reagenstoevoer).
2. Stel elk reagensventiel in op een toevoer van 2000 µL (2 mL).
3. Verzamel het reagens van elk ventiel.
4. Meet het volume dat is verzameld.
5. Controleer op een verstopping in de slangen of het ventiel, als één ventiel minder volume afgeeft
dan de andere ventielen.
6. Als één ventiel meer volume afgeeft dan de andere ventielen, dient het te worden vervangen.
Zorg ervoor dat de reagensdruk juist is.
Nederlands
145
To Next Page
Loading...
