18 I Algemene gebruikershandleiding
9.3.5 Stuurhoogte bij verstelbare stuurpen
aanpassen
Bij sommige soorten stuurpennen kunt u de stuurhoek
variëren. De klemschroeven voor de instelling van de hoek
van de stuurpen zitten aan de zijkant van het scharnier of
aan de boven- of onderkant van de stuurpen. Er zijn ook
modellen met aanvullende vergrendelingshendels of jus-
teerschroeven.
Inbusschroef
(geïntegreerde vergren-
delingshendel)
Instelschroef
Zo stelt u de stuurhoek in:
› Maak de klemschroef los met een inbussleutel die
u twee tot drie omwentelingen tegen de richting
van de wijzers van de klok in draait.
› Wanneer u een model met aanvullende arrêteer-
standen hebt, maakt u de vertanding van de arrê-
teerstanden los door de klemschroef verder tegen
de richting van de wijzers van de klok te draaien.
› Wanneer u een model hebt met een geïntegreerde
vergrendelingshendel, moet u de schroef van de
vergrendelingshendel losmaken. Deze is bij veel
modellen aan de onderkant van de stuurpen te
vinden.
› Kiep de stuurpen in de gewenste hoek.
› Voor de bevestiging van de stuurpen trekt u de
klemschroef met een inbussleutel in de richting
van de wijzers van de klok vast. Wanneer de aan-
haalkoppels op de stuurpen vermeld staan, dient u
deze precies aan te houden. Wanneer dit niet het
geval is, vindt u een tabel met aanhaalkoppels in
âž
Hoofdstuk 30 „Technische specicaties“.
› Bij modellen met een geïntegreerde vergrende-
lingshendel draait u de schroef van de vergrende-
lingshendel in de richting van de wijzers van de
klok voorzichtig vast. De vergrendelingshendel
moet hierbij in de vertanding vastgrijpen.
10 Frame
De vorm van het ame is aankelijk van het etstype en
de nctie van de ets. Frames worden uit diverse materi-
alen vervaardigd, zoals staal- of aluminiumlegeringen of
carbon (koolstoezels).
Het amenummer van etsen staat op de zitbuis, op
de uitvaleinden of op de trapasbehuizing vermeld.
Bij Pedelecs kan het nummer ook op de motorophan-
ging staan. Via het amenummer kan uw ets ingeval
van een diefstal worden geïdenticeerd. Voor een
eenduidige identicatie is het belangrijk dat u het
volledige nummer in de juiste volgorde noteert.
Gebruik de ets nooit als het ame vervormd of ge-
scheurd is. Probeer niet beschadigde onderdelen zelf
te repareren. Dat kan tot ongevallen leiden. Vervang
defecte onderdelen, voordat u uw ets weer gebruikt.
Na een ongeval of een val dient u uw ets door een
erkende etsenmaker te laten nakijken, voordat u de
ets opnieuw gebruikt. Defecten aan ame of onder-
delen die niet worden herkend, kunnen tot ongevallen
leiden.
Wanneer uw ets niet goed rechtdoor rijdt, kan dit
wijzen op een vervormd ame. Laat het spoor in dit
geval door een erkende etsenmaker instellen.