50 I Algemene gebruikershandleiding
23 Onderdelen
23.1 Bagagedrager
De gemonteerde bagagedragers voldoen aan de norm
EN 14873.
De belastbaarheid van de bagagedragers is in vier ge-
wichtsniveaus ingedeeld: 5kg, 10kg, 18kg en 25kg.
De informatie over de belastbaarheid staat op de bagage-
drager vermeld.
De mogelijke maximale belasting kan aankelijk van de
constructie hoger zijn. Dat wordt apart aangegeven.
Door bagage veranderen de rij-eigenschappen van
de ets. Onder andere wordt de remweg langer. Dat
kan tot ernstige ongevallen leiden. Pas uw rijgedrag
aan de verschillende rij-eigenschappen aan. Rem
dienovereenkomstig eerder en houd rekening met een
trager stuurgedrag.
Transporteer de bagage altijd op de hiervoor bestem-
de bagagedrager. Bevestig bagagedragers nooit aan
de zadelpen. Deze is hiervoor niet geschikt. Een over-
belasting door een bagagedrager kan tot breuken aan
onderdelen en tot ernstige valpartijen leiden.
Wanneer u uw ets belaadt met bagage, dient u rekening
te houden met de toegestane maximale belasting van de
ets (zie âž
Hoofdstuk 30 „Technische specicaties“).
Een achteraf gemonteerde bagagedrager moet voldoen
aan de norm EN 14873.
Op de bagagedrager moet de toegestane maximale belas-
ting aangegeven staan (zie âž
Hoofdstuk 30 „Technische
specicaties“).
23.1.1 Voorwiel-bagagedrager
Voorwiel-bagagedrager
Bagagedragers voor het voorwiel worden bevestigd op
de vooras of op de vork van het voorwiel. Zij zijn bedoeld
voor lagere belastingen dan de achterwiel-bagagedrager.
Tijdens het transport van uw bagage dient u rekening te
houden met een gewijzigd stuurgedrag.
Gebruik alleen geschikte bagagetassen.
Informeer bij een dealer.
23.1.2 Achterbouw-bagagedrager
Achterbouw-bagagedrager
Dit soort bagagedrager wordt op de achterbouw van de
ets bevestigd.
Wanneer u een achterbouw-bagagedrager op een vol-
ledig geveerd ame bevestigt, kan het veergedrag
door de hogere, ongeveerde belasting aanzienlijk
veranderen. U moet uw vering/demping dan opnieuw
instellen.