ELEKTRISCHE BEDRADINGSWERKAAMHEDEN
15
NEDERLANDS
Voorzorgsmaatregelen bij het
aanleggen van stroombedrading
Gebruik ronde drukblokken voor aansluitingen
op het klemmenbord van de stroom.
Volg indien deze niet beschikbaar zijn de
onderstaande instructies op.
- Sluit geen bedrading van verschillende diktes
aan op het klemmenblok van de stroom.
(Speling in de stroombedrading kan
abnormale hitte veroorzaken.)
- Bij het aansluiten van bedrading van dezelfde
dikte, doet u dit zoals getoond in
onderstaande afbeelding.
- Gebruik voor de bedrading het daartoe
bedoelde stroomdraad en sluit het stevig aan,
beveilig vervolgens om te voorkomen dat
druk van buitenaf wordt uitgeoefend op het
klemmenblok.
- Gebruik een geschikte schroevendraaier om
de klemschroeven vast te draaien. Een
schroevendraaier met een te kleine kop
beschadigt de bovenkant en maakt het
correct vastdraaien onmogelijk.
- Het te vast aandraaien van de klemschroeven
kan ervoor zorgen dat ze breken.
• De verbindingskabel die is aangesloten op de
binnenunit en buitenunit, moet voldoen aan
de volgende specificaties (Rubber insolatie,
type H0 5RN-F goedgekeurd door HAR of
SAA).
• Als het stroomsnoer beschadigd is, moet het
worden vervangen voor een speciaal snoer
of assemblage die leverbaar is door de
fabrikant of zijn servicevertegenwoordiger.
LET OP
!
Nominale stroom van
het apparaat A.
Minimale
dwarsdoorsnede mm
2
≤ 0.2
> 0.2 En ≤ 3
> 3 En ≤ 6
> 6 En ≤ 10
> 10 En ≤ 16
> 16 En ≤ 25
> 25 En ≤ 32
> 32 En ≤ 40
> 40 En ≤ 63
Vergulden draad
0.5
0.75
1.0 (0.75)
1.5 (1.0)
2.5
4
6
10
OPMERKING Bij netsnoeren die worden
geleverd met meerfasige apparaten is het
nominale oppervlak van de geleiders in
dwarsdoorsnede gebaseerd op het maximale
oppervlak van dwarsdoorsnede van de
geleiders per fase bij de netsnoeraansluiting
op de aansluitklemmen van het apparaat.