15
NL
VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN
Bepaal voordat u met de installatie begint de positie
van de binnen- en buitenunits en houd daarbij
rekening met de minimale ruimte rondom de units.
WAARSCHUWING
• Installeer uw airconditioner niet in een vochtige
ruimte zoals een badkamer of wasruimte enz.
• De installatieplaats moet 250 cm of meer boven
de vloer liggen.
Installatie van de
montageplaat
1
Monteer het achterpaneel altijd horizontaal en
verticaal.
2
Boor gaten van 32 mm diep in de muur om de
plaat te bevestigen.
3
Steek de plastic ankers in het gat.
4
Bevestig het achterpaneel aan de muur met de
meegeleverde tapschroeven.
5
Zorg ervoor dat het achterpaneel stevig genoeg
is bevestigd om het gewicht te dragen.
OPMERKING
• De vorm van de montageplaat kan afwijken van
de bovenstaande, maar de installatiemethode is
vergelijkbaar.
Een gat in de muur boren
voor de leidingen
1
Maak het leidinggat (Ø 55) in de muur iets
schuin naar beneden aan de buitenzijde.
2
Plaats de mof voor het leidinggat in het gat
om te voorkomen dat de aansluitleidingen en
bedrading beschadigd raken wanneer ze door
het gat lopen.
5 mm
Binnen Buiten
WAARSCHUWING
• Het gat moet aflopen naar de buitenkant.
OPMERKING
• Houd de afvoerbuis omlaag in de richting van het
gat in de muur, anders kan er lekkage ontstaan.