EasyManua.ls Logo

marklin 60972 - Fx-Protocol (MM); Mfx-Protocol

marklin 60972
Print Icon
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
27
dat op in de loc. Stel met de rijregelaar een snelheid in.
Nu trekt de loc langzaam op tot de maximumsnelheid
en stopt na korte tijd. Daarna maakt de loc meerdere
optrekproeven. Blijft de loc langere tijd stilstaan, dan is
het inmeten beëindigt.
Tijdens het gehele verloop mag niet worden ingegrepen.
Met de toets “STOP”, het draaien aan de rijregelaar of
het wisselen van de rijrichting kan het inmeten afge-
broken worden. Na een onderbreking moet de gehele
afloop weer herhaald worden. Stelt het inmeten niet
tot tevredenheid, dan kan het inmeten met een ander
motortype herhaald worden. Het is mogelijk dit meerdere
keren te herhalen.
Heeft de inmeetrit niet tot het gewenste resultaat
geleidt, dan kunnen in de motorparameter handmatig de
verschillende parameters gewijzigd worden. (MM/DCC
zie CV-tabel, mfx in de locconfiguratie van het Central
Station -> CV -> motor).
Door de volgende lichtsignalen wordt het begin en het
einde van de inmeetrit weergegeven.
Uitvoerige informatie hierover in het Internet:
www.maerklin.de/de/service/technische_informationen.html
Mfx-protocol
Adressering
Een adres is niet nodig, elke decoder heeft een éénmalig
en éénduidig kenmerk (UID).
De decoder meldt zich vanzelf aan bij het Central Station
of Mobile Station met zijn UID.
Programmering
De eigenschappen kunnen m.b.v. het grasche scherm
op het Central Station resp. deels ook met het Mobile
Station geprogrammeerd worden.
Alle conguratie variabelen (CV) kunnen vaker gelezen
en geprogrammeerd worden.
De programmering kan zowel op het hoofdspoor als op
het programmeerspoor gebeuren.
De default-instellingen (fabrieksinstelling) kunnen weer
hersteld worden.
Functiemapping: functies kunnen met behulp van het
Central Station 60212 (met beperking) en met het Central
Station 60213/60214/60215 aan elke gewenste functietoe-
ts worden toegewezen (zie het helpbestand in het Central
Station.
fx-protocol (MM)
Adressering
4 adressen (één hoofdadres en drie volgadressen).
Adresbereik:
1-225 afhankelijk van het besturingsapparaat/centrale
Geactiveerd
(Waarde 77 invoeren)
Start van de meetrit
(rijstap > 1)
Einde van de meetrit
Afgebroken of storing

Table of Contents

Related product manuals