70
5.2 Verstekaanslag (g. 4/5)
• De vooringestelde standaardhoek tussen
zaagvoet (6) en zaagblad (12) bedraagt 90°. U
kunt deze hoek veranderen om schuine sneden 
uit te voeren.
• Draai de vastzetschroef voor verstekafstelling (7)
los die zich aan de voorkant van de zaagvoet
bevindt.
• U kunt de snijhoek dan met maximaal 45°
veranderen; neem daarvoor de snijhoekschaal (9)
in acht.
• Haal de vastzetschroef voor verstekafstelling (7)
terug aan. Controleer of alles goed vast zit.
5.3 Afzuigen van stof en spaanders (g. 6)
• Sluit op de ervoor voorziene
stofzuigeraansluiting(14) van uw cirkelzaag een
gepaste stofzuiger (a) aan (stofzuiger niet bij de
levering begrepen). U bereikt zodoende een
optimale afzuiging van het stof dat aan het
werkstuk vrijkomt. De voordelen: U spaart zowel
het gereedschap als uw eigen gezondheid. Uw
werkplaats blijft bovendien properder en veiliger.
• Bij het werk vrijkomend stof kan gevaarlijk zijn.
Neem de desbetreende veiligheidsinstructies in
acht.
• Let op! De voor het afzuigen gebruikte 
stofzuiger moet geschikt zijn voor het bewerkte 
materiaal.
• Controleer of alle componenten goed onderling
verbonden zijn.
5.4 Parallelaanslag (g. 7/8)
• De parallelaanslag (16) maakt het mogelijk
evenwijdige lijnen te zagen.
• Draai de vastzetschroef van de parallelaanslag 
(8) los die zich in de zaagvoet (6) bevindt.
• De montage gebeurt door de parallelaanslag 
(16) de geleiding (a) in de zaagvoet (6) in te 
schuiven (zie g. 7).
Onzekerheid K
pA
: 3 dB
Geluidsvermogen L
WA
:  101,5 dB (A)
Onzekerheid K
WA
: 3 dB
Draag een gehoorbeschermer.
Lawaai kan aanleiding geven tot gehoorverlies.
Totale vibratiewaarden (vectorsom van drie
richtingen) bepaald volgens EN 60745.
Handgreep
Trillingsemissiewaarde a
h,W
 = 1,916 m/s
2
Onzekerheid K = 1,5 m/s
2
Extra handgreep
Trillingsemissiewaarde a
h,W
 = 2,669 m/s
2
Onzekerheid K = 1,5 m/s
2
Let op!
De vibratiewaarde zal op grond van het
toepassingsgebied van het elektrische 
gereedschap veranderen en kan in 
uitzonderingsgevallen boven de opgegeven 
waarde liggen.
5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het 
kenplaatje overeenkomen met de gegevens van 
het stroomnet alvorens het gereedschap aan 
te sluiten. Verwijder altijd de netstekker uit het 
stopcontact voordat u het gereedschap anders 
afstelt.
5.1 Snijdiepte instellen (g. 2/3)
• Zet de vastzethendel voor snijdiepteafstelling (4)
aan de achterkant van de beschermkap los.
• Plaats de zaagvoet (6) plat op het oppervlak van
het te bewerken werkstuk. Hef de zaag 
voldoende op tot het zaagblad (12) zich op de 
nodige snijdiepte (a) bevindt.
• Zet dan de vastzethendel voor de
snijdiepteafstelling (4) terug vast. Controleer of
alles goed vast zit.